1.4.4: 1460 - 1585 - Leesgedrag/gebruikerssporen


Efemeer drukwerk als schoolboekjes, kalenders, almanakken en dergelijke zijn bibliografisch niet goed vindbaar, omdat het zeldzaam is. Een deel van het lezerspubliek - en zijn leesgedrag - onttrekt zich daardoor vrijwel geheel aan onze waarneming. Behalve gedrukte boeken werden in deze periode nog veel handschriften geproduceerd en gelezen. Juridische teksten, zoals regionale landrechten en costumen, circuleerden in de zestiende eeuw nog zeer veel in handschrift. Naast de in de Nederlanden vervaardigde boeken dienen we rekening te houden met het feit dat er uit het buitenland geïmporteerde boeken werden gelezen.

Over de lezers zijn wij veel minder goed ingelicht dan over de werken die zij tot hun beschikking hadden. Velen van hen hebben hun boeken als eigendom gemerkt door er hun naam in te schrijven of er een afbeelding van hun familiewapen in te plakken of op de band te laten afbeelden. De geschiedenis van collecties en de herkomst (provenance) van individuele boeken kan gedeeltelijk worden gereconstrueerd met behulp van aantekeningen van aan- en verkoop, eigendom, veilingen en schenkingen en oude bibliotheeksignaturen. Veel eigenaars brachten een ordening aan in hun boekenverzameling door verschillende teksten in één band te laten binden.

In veel boeken treffen we in de marges en op lege bladzijden aantekeningen, onderstrepingen en verwijstekens van lezers aan als neerslag van hun studie van de teksten. Om de inhoud van de boeken toegankelijker te maken voegden zij soms foliëringen en inhoudsopgaven toe.

In middeleeuwse handschriften was de opmaak een belangrijk mnemotechnisch hulpmiddel, en ook drukkers en redacteuren streefden ernaar de lezer zo goed mogelijk door de tekst te leiden. Zij voorzagen daartoe in steeds grotere mate de tekst van interpunctie en paragraaftekens, hoofdstuktitels en rubrieken, schema's en afbeeldingen, inhoudsopgaven en indices, kopregels en foliëring. De lezer kon daaraan zijn eigen aantekeningen en herinneringstekens toevoegen. Soms is het mogelijk met behulp van dergelijke aantekeningen hun auteur te identificeren, bijvoorbeeld doordat het handschrift aan een bepaalde persoon is toe te schrijven of omdat de inhoud van een opmerking eenduidig naar iemand verwijst. Vergelijking van verschillende edities kan duidelijk maken of voor een uitgave een bepaalde vorm van lezen wordt aanbevolen: of ze is bedoeld om te worden voorgelezen of om zelf in stilte te lezen, om eruit te studeren, om te vermaken of te gebruiken als hulpmiddel bij geestelijke meditatie. Hardop lezen en voorlezen blijven nog lang een gewoonte, zoals bijvoorbeeld valt op te maken uit instructies voor de lezers van gebedenboeken.


auteur: G.C. Huisman
 
 


Leesgedrag/gebruikerssporen