4.3.1: 1830 - 1910 - Inleiding


Wat de negentiende-eeuwse boekhandels met elkaar gemeen hadden, was de later in onbruik geraakte soortnaam 'debitant', voor het overige moet vooral op de diversiteit aan boekhandels worden gewezen. Omdat in de negentiende eeuw de boekhandel zich losmaakte van de uitgeverij en een zelfstandige nering ging vormen, zochten de kleinere boekverkopers naar bijverdiensten variƫrend van de handel in boter tot een schoenmakerij of een leesbibliotheek achterin in de zaak. Dan nog was de doorsnee boekwinkel te hoogdrempelig voor minder ontwikkelde bevolkingsgroepen. De gewone man kocht zijn boeken van een colporteur, op straat of op de markt. Het boekenstallletje en de straatventer waren een begrip. Schoolboeken werden vaak van de schooldirecteur gekocht. Minder voor de hand liggend was distributie door postbeambten. Zij verkochten boeken aan particulieren tegen lagere prijzen, omdat zij de verzending kosteloos konden regelen. Boeken vormden voor veel lezers een aanslag op de portemonnee, waarmee de ruime variƫteit aan uitgeefformules te verklaren is. Uitgevers gaven kortingen wanneer de koper vooraf op een uitgave intekende, en om gespreid betalen mogelijk te maken werden omvangrijke uitgaven in afleveringen aangeboden. Leesbibliotheken konden goedkope pakketten kopen, vaak samengesteld uit winkeldochters. Aan het begin van de eeuw gaven de uitgevers hun boeken bij de boekwinkel in commissie, waardoor het voor een boekhandelaar eenvoudig was een goed gevulde winkel op peil te houden. Na 1850 neemt het op rekening kopen toe en dat maakte de boekverkopers voorzichtiger in hun bestellingen. Internationaal gesproken was er vooral sprake van handel met Duitsland. Het transport van boeken was een tijdrovende aangelegenheid en gebeurde meestal per schip, na het midden van de eeuw ook wel per trein. Elke boekwinkel was aangesloten bij een hoofdcorrespondent in Amsterdam die pakjes en circulaires verzamelde en deze op geregelde tijden doorstuurde naar de boekwinkel in de provincie. Deze handelwijze maakte dat een particulier in de provincie wel eens twee maanden op zijn boeken moest wachten. In 1874 werd het Bestelhuis (dat nu het Centraal Boekhuis heet) opgericht.


auteur: L. Kuitert
 
 


Inleiding