page: 145
1840 tot 1849.
page: 146
page: 147
BOEKENLIJSTEN.1Herdrukken en reedsgenoemde tijdschriften en jaarboekjes worden niet op nieuw vermeld.
Rechts- en Staatswetenschap.
Nu het drukken van wetten en besluiten, door een arrest van den H. Raad van 8 Sept. 1840, algemeen vrij geworden was, begon de firma Joh. Noman & Zoon een kloeke en welgeslaagde onderneming door herdruk in kompressen vorm van de Staatsbladen van 1813-40 (later voortgezet door van Goor en de Jong 1841-50, 1851-60, 1861-70, samen 60.50). Een dergelijke onderneming deed P. J. van Dijk acht jaar later, in den herdruk van de Handelingen der Staten-Generaal. Voorts verschenen van v. d. Honert: Formulierboek 15.-, Handb. v. Burg. Regtsvordering 16.-, Geschiedenis der Wetgeving 10.30, - Tarief van Justitiekosten en Wetgeving op het Notarisambt, - Voorduijn, Geschied. der Wetgeving 8.90, - Groen v. Prinsterer, Bijdragen tot de herziening der Grondwet 5.80, - Opzoomer, Aanteekeningen betr. de Grondwet (2e druk 1858, 3e 1878), - Engels, Geschiedenis der Grondwetsherziening, - van Assen, De taal der Grondwet, - Handelingen der Staten-Generaal over de herziening der Grondwet 21.10, en een menigte kleinere geschriften over dit onderwerp. Uitgaven van verschillende Wetboeken: Oudeman, Ned. Wetboeken 11.60 (3e druk 1857, 4e 1871), - Vernée, Ned. Wetboeken (3e druk 1852, 4e 1858,
page: 148
5e 1867, 6e 1876), - Oudeman, Wetb. van Burg. Regtsvordering 14.70 (2e druk 1847, 3e 1862, 4e 1875), - Diephuis, Het Ned. Burg. Regt. 58.- (2e druk 1856, 3e 1868), - Vernède, Handl, Ned. Wetgeving 19.65, - v. d. Poll, Verz. van Wetten 6.60, - Asser, Burg. Wetboek 6.60 (2 drukken), - Asser e. a., Wetboek van Koophandel 6.- (2e druk 1863), - van Assen, Burg. Wetboek 6.30, - de Pinto, Wetb. v. Strafvordering 7.50, - en Regterl. Organisatie 3.50, - en verder van v. d. Honert, de Wal, Schuller e. a., en een uitgaaf van de Wetboeken door van Hasselt 18.10, - Martini, Ned. Wetgeving met bijlagen 22.90, - Vogelsang, Handb. voor Plaatsel. Besturen 11.60, - G. de Vries Az., Wetgevende magt der Plaatsel. Besturen (2 drukken), - van der Kemp, Regt van Kantongeregten 5.90 (2e druk 1855, 3e 1870), - Nienhuis, Ned. Burg. Regt, - de Witt Hamer, Handb. Kantonregter 6.80, - van Voorthuijsen, Directe Belastingen, - Pliester, De Notarieele Wetenschap 5.90 (2e druk 1864), - van Uije Pietersen, Handleid. v. h. Notarisambt 13.50 (2e druk 1857, 3e 1874), - Abbink, Het Zee- en Assurantieregt 23.25 (2e druk 1846, 3e 1863), - v. Hasselt, Wetgeving Scheepvaart, - v. d. Brugghen, De Eedsleer, - Engels, Gesch. der Belastingen, - Gogel, Memoriën en Correspondentiën, - Sandelin, Répertoire d''Economie politique 56.-, Drucker, Staatscrediet, - ten Zeldam Ganswijk, Bijdr. Staatsbestuur, - Ciriaci, Regt van Patent, - Ciriaci, Person. Belasting (2e druk 1861), - J. D. Meijer, Consultatiën, - de Gelder, Handels-overeenkomsten (2e druk 1855), - Potter, Patent-boek, - Gerlach, Handb. Dijk- en Polderbestuur, - Hemkes, Handb. v. Schoolopzieners, - Nassau, Lager Onderwijs, - de Jonge Evertsen, Delits de la Presse, - de Jonge Evertsen, De delictis contra Rem Publicam, - Bake, Cicero, De Legibus, - Holtius, Historiae Juris Rom. Lineamenta, - Lipman, Constitutioneel Archief, - v. Hall, Staatk. Opmerkingen, - Vissering en Portielje, Tariefshervorming in Engeland, - Say, Volkshuishoudkunde, - Droz, Staat-huishoudkunde,
page: 149
- Luttenberg, Onderzoek omtrent het Armwezen (2 drukken), - Groen van Prinsterer, Ongeloof en Revolutie (2e druk 1868), - Donker Curtius, Staatk. Brieven, - Roorda, Javaansche Wetten, - De Nederl. Indische Wetboeken (bij Noman).
Ook vestigden zich de volgende tijdschriften: Oudeman en Diephuis, Opmerkingen en Mededeelingen (1845-68), - Sloet tot Oldhuis, Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en Statistiek 5.50 (1841-73), - De Tijdgenoot 10.- (1842-45), - Themis'' Tempel of Keur van Regtszaken 6.- (1844), - Regt en Wet, Tijdschrift voor het Notaris-ambt 7.- (beg. in 1846), - Gemeente-Weekblad voor Burgerl. Administratie 6.- (beg. in 1849), - De Regtzaal, Verzam. van Arresten 4.- (1849-60), - Schuller, Politieke Bijdragen 12.- (1847-48), - Tijdschrift voor Registratie 4.80 (1847-65), - Het Regt in Nederl. Indië, Red. Mr. A. Prins (beg. in 1849). - En het Staat- en Staathuishoudkundig Jaarboekje 2.- (beg. in 1849), - Gille Heringa, Jaarboekje voor de Posterijen 1.25 (1849-72).
Genees- en Heelkunde.
Oorspronkelijk: Tilanus, Schets der Heelkunde 2e druk 2.40, - Vrolik, Dubbele misgeboorten 6.50, - De Jonge, Practische Geneeskunde 8.30, - Vrolik, Ziektekundige Ontleedkunde 11.60, - Broers, Observationes Anatomico pathologicae 8.-, Magazijn der Ontleedkunde 42.50, - Ermerins, Hippocratis Liber de morbis acutis 5.50, - Duparc, Kunst om geneesmiddelen voor te schrijven 3.60, - Verhandelingen van het Genootschap voor Genees- en Heelkunde 22.60, - Beets, Woordenboek van droogerijen 17.50, - Holtrop, Bibliotheek voor Genees- en Heelkunde 8.10, - Gobee, Pathologische Studiën 4.80, - Hess, Haudb. der Oogheelkunde 5.90, - Mensert, Oogheelkunde (onderdeelen in kleinere boekjes), - Vrolik, De vrucht van den mensch 75.-, Krieger en Polano, Clinische
page: 150
Heelkunde 13.20, - Bosch, Dysenteria tropica 9.50, - Allebé, De ontwikkeling van het kind (3e dr. 1865, 4e 1879), - Dassen, Krachten der Geneesmiddelen 8.50, - Arntzenius, Gebreken der Urethra 7.-, Pruijs van der Hoeven, Historia Medicamentorum 4.50, - Moleschott, Physiologie der Voedingsmiddelen 7.80.
En kleinere werken van van der Deen, Mulder, Guyot, Pruijs van der Hoeven, Schroeder v. d. Kolk, Duparc, Verweij, van den Broek, Ramaer, Ali Cohen, Groshans, de Vriese, Luijten, Krieger, van Hasselt, de Man, Schoor.
Vertaald: Bock, Ontleedkunde v. d. mensch 10.80, - Bock, Ontleedk. Zakboek 3.-, Ellis, Het wezen der krankzinnigheid 3.50, - Busch, Handb. der Verloskunde 25.-, Duflos, Scheikundige geneesmiddelen 5.-, Hufeland, Enchiridion medicum 3e druk 10.80, - Busch, De Vrouw 30.-, Fuchs, Ziekelijke veranderingen der huid 65.-, Plath, Leerb. der Verloskunde 3.60, - Conradi, Algem. Ziektekunde 3.90, - Most, Woordenboek der Geneesmiddelleer 9.60, - Canstatt, Ziekten van den Ouderdom 8.25, - Canstatt, Bijz. Ziekten- en Genezingsleer 47.50 (2e druk 1857), - Isensee, Geschiedenis der Geneeskunde 6.50, - Naegele, Leerb. der Verloskunde 8.90, - Sobernheim, Leer der geneesmiddelen 13.60, - Chelius, Leerb. der Heelkunde 3e druk 21.-, Mandl, Ontleedkunde 6 -, Chelius, Oogheelkunde 9.50, - Bourgery en Jacob, Ontleedkunde 40.-, Kampfmuller, Materia chirurgica 7.20, - Chailly, Verloskunde 6.75, - Bressler, Kinderziekten 6.-, Budge, Alg. Pathologie 9.40, - Wittstein, Artsenijbereidk. Praeparaten 7.25, - Siebert en Simon, Alg. Diagnostiek 4.20, - Dieffenbach, Operative Heelkunde 16.80, - Stromeijer, Handb. der Heelkunde 10.70, - Pereira, Materia medica 15.-, Marshal Hall, Het Zenuwstelsel 4.10, - Ennemoser, Het Magnetismus 7.20, - Romberg, Zenuwziekten 5.60, - Schoenlein, Klinische lessen 5.10, - Rokitansky, Ziektek. Ontleedkunde 17.25, - Meissner, Ziekten der Kinderen 8.10, - Zehetmayer, Hartziekten 4.50, - Frank, Oogheelkunde
page: 151
7.30, - Oesterlen, Geneesmiddelleer 12.30, - Henle, Alg. Ontleedkunde 13.80, - Henle, Rationeele Pathologie 4.75, - Vogt, Natuurkunde van den mensch 4.-, Ruete, Leerb. der Ophthalmologie 10.90, - Valentin, Natuurkunde van den mensch 16.80, - Valentin, Handl. Physiologie 5.50, - Tulk en Humfry, Vergel. Anatomie 4.80, - Wunderlich, Pathologie en Therapie 50.40, - Emmert, Leerb. Heelkunde 31.60, - Coley, Kinderziekten 4.20, - Bock, Ziektek. Ontleedkunde 7.50, - Bergmann, Medicina Forensis 6.60, - Schurmayer, Handb. Geneesk. Politie 3.90, - Siebold, Handb. geregtel. geneesk. (2e druk 1854).
En kleinere werken van Leupold, Bock, Troschel, Frank, Forget, Scharlau, Jones, Franck, Gonzee, Weatherhead, Polansky, Duflos en Hirsch, Negrier, Guthrie, Zimmermann, Roser, Schlemm, Henoch, Berard, Weiss, Bennett, Frankel, Liszmann, Thomson, Lessing, Dietl, Paget, Carpenter, Muhlhauer, Pereira, Lutzau, Ritter, Remak, Berndt, Marshal Hall, Bennett, Iwersen, Martin, e. a.
Een aantal brochures over de Cholera.
Voorts verschenen de volgende tijdschriften: Archief voor Geneeskunde, uitgegeven door Heije, 6.90 (1841-44), - Bijdragen tot Geneeskundige Staatsregeling, 3 dln. 10.60 (1842-43), - Moll''s Tijdschrift voor Geneeskunde, voortgezet door Wehlburg 5.55 (1843), - Kliniek. Tijdschrift voor wetenschappelijke Geneeskunde, uitgeg. door Gobee 4.- (1844-49), - Journal médicinal de la Neêrlande 8.- (1844), - Nieuw Archief voor binnen- en buitenlandsche Geneeskunde, door van Deen 4.80 (1845-51), - Het Repertorium. Tijdschrift voor de Geneeskunde, door Rienderhoff en Hekmeijer 6.50 (1847-56), - Nederlandsch Tijdschrift voor Verloskunde, Ziekten der Vrouwen en der Kinderen, door Broers en van Goudoever 6.- (1847-63), - Natuur- en Geneeskundig Tijdschrift van Neêrlands Indië (beg. in 1844), - Magazijn voor Veeartsenijkunde, door Numan en Wellenbergh,
page: 152
nieuwe serie 4.20 (1849-50). - En het Geneeskundig Jaarboekje 1.40 (1842-54), - het Nieuw Statistisch Geneeskundig Jaarboekje, door Ali Cohen 2.90 (1847-54), en de Almanak voor Studenten aan Geneeskundige Scholen 2.- (1849-52), vervolgd door Almanak voor Studenten aan Klinische Scholen (beg. in 1853).
Natuur- en Wiskundige wetenschappen.
Natuurkunde.Ontijd, Grondkrachten der natuur 2.40, - Natuurk. Verhandelingen der Maatschappij van Wetenschappen (begonnen in 1799), - Dumeril, Grondbeginselen der Natuurk. Wetenschappen (vert.) 12.-, Snell, Phil. beschouwing der Natuurwetenschap (vert.) 1.50, - van den Berg, Grondbeginselen der Natuurkunde 4.20, - von Humboldt, Kosmos (vert.) 26.80 (2e druk 1864), - Pouillet-Muller, Handb. v. Physica en Meteorologie (vert.) 5.-, von Poppe, Natuurkunde (vert.) 2.50, - Harting, Het Microscoop 15.75, - Uilkens, Volmaaktheden van den Schepper 2e druk (door Kaiser, Beima, van der Hoeven, van Hall, Matthes, wier werken op hun rubriek gebracht zijn) 37.501Uilkens, evenals vroeger Martinet, predikant, had de natuur uit een wetenschappelijk en godsdienstig oogpunt beschreven. Twintig jaar na ''s schrijvers dood meende de uitgever Suringar het plan van diens werk te moeten overnemen, diens naam als een hulde daaraan toevoegende, maar overigens elke afdeeling ter nieuwe bewerking opdragende aan een vakgeleerde van erkende verdienste., - Mason, Schepping door tusschenkomst (vert.) 2.25, - Sporen van de natuurlijke geschiedenis der schepping (vert.) 5.-, Buijs Ballot, Physiologie van het onbewerktuigde 2.70.
Tijdschriften: Bulletin des Sciences physiques et naturelles en Hollande, Red. par Miquel, Mulder et Wenckebach 6.- (1838-39), - Natuurkunde. Tijdschrift voor Physica, Chemie, Pharmacie, Natuurl. Historie enz., uitgeg. door het Gen. tot nut en genoegen (1844-59).
page: 153
Scheikunde.Lehmann, Zakboek der Scheikunde (vert.) 3.60, - Mulder, Scheikundige onderzoekingen 31.75, - Millard, Scheikunde ten algemeenen nutte (vert.) 2.20, - Duflos en Hirsch, Landbouwk. Scheikunde (vert.) 1.75, - Mulder, Physiologische Scheikunde 17.50, - Fresenius, Qualitative Scheikunde (vert.) 2.50, - Duflos en Hirsch, Huishoudk. Scheikunde (vert.) 1.90, - Liebig, Bewerktuigde Scheikunde (vert.) 3.30, - Kuchler, Scheikunde en fabriekwezen (vert.) 6.60, - Wöhler, Bewerkt. Scheikunde (vert.) 1.25, - Liebig, Brieven over Scheikunde (vert.) 3.60 (2e dr. 1860), - Johnston, Landbouwscheikunde (vert.) 2.40, - Wöhler, Onbewerkt. Scheikunde (vert.) 1.50 (2e druk 1872), - Mulder, Populaire Scheikundige lessen 1.60, - Girardin, Scheikunde voor den beschaafden stand (vert.) 7.- (2e dr. 1850, 3e 1868), - Geregtelijke Scheikundige onderzoekingen, - Fresenius, Quantit. Scheikundige ontledingen (vert.) 5.20, - Knapp, Scheik. Technologie (vert.) 1.50, - Stöckhard, Scheikunde (vert.) 4.50 (2e druk 1860), - Pösselt, Analytische Scheikunde (vert.) 2.70, - Millard, Grondbeg. der Scheikunde (vert.) 1.50, - Marchand, Bewerktuigde Scheikunde (vert.) 2.80.
Kleinere geschriften van Buijs Ballot, Elsner, Kopp.
Tijdschriften, Chemisch Pharmaceutisch Archief, uitgeg. door de Vrij, Eickma en v. d. Vliet, 6.- (1840-41), - Tijdschrift voor Schei- en Artsenijbereidkunde, door Haaxman 6.- (1844-45), voortgezet onder den titel van Tijdschrift voor Wetenschappelijke Pharmacie 4.50, (1849-67) en Nieuw Tijdschrift enz. 4.- (beg. in 1868).
Sterrekunde.Kaiser, Micrometermetingen 2.20,.- Miss Taylor, Maantafels (vert.) 3.60, - Beima, De annulo. Saturni 5.25, - Baudet, Système Planétaire 12.50, - Janse, Constructie van Zonnewijzers
page: 154
2.25, - Kaiser, Sterrekundig jaarboek (beg. in 1846) - Kaiser, De Sterrenhemel 12.- (2e dr. 1850, 3e dr. 1860), - Kaiser, Beschrijving v. d. Sterrenhemel (Uilkens) 7.50.
Kleinere werkjes van Uitendijk, Herschell.
Zeevaartkunde.Van Cleeff, Catechismus der Zeevaartkunde 2e druk 1.40, - Roest, Het Marine-stoomwerktuig 8.70, - v. d. Spek Obreen, Zamen-stelling van Zeilschepen 8.50, - Lecomte, Practikale Zeevaartkunde 43.50, - Huijgens, Kennis van het Scheeps-stoomwerktuig 16.-, Thom, De aard der Stormen 6.30.
Tijdschrift toegewijd aan het Zeewezen, 2e reeks. Red. Pilaar en Obreen 5.50 (1833-51).
Wiskunde.Schröder, Meetkundige bepalingen, Verzameling van nieuwe wiskundige voorstellen van het Genootschap Onvermoeide arbeid, - Stamkart, Verticale snelheden, - Speijer, Tafels van Logarithmen 2.-.
Kleinere geschriften van Croll, Eitelwein, Stamkart.
Tijdschriften: Bijdragen ter beoefening der zuivere Wiskunde (1829-34), - Magazijn voor Rekenkunde 1.10, (1829-35), - Magazijn voor Stel- en Meetkunst 2.-, (1832-35), - Bijdragen tot de beoefening der gewone Cijferkunst (1833-40), - Tijdschrift voor de Wis- en Natuurkunde, Red. van der Weijde 2.60 (1841-43), - Nieuw Tijdschrift voor Reken-, Stel- en Meetkunst 2.- (1847-50).
Natuurlijke Historie.Schlegel, De Diergaarde van Natura Artis Magistra 2.251De oprichting der dierentuinen in de hoofdsteden van Europa bracht er niet weinig toe bij, dat de dier- en plantkunde algemeener dan vroeger in beoefening kwam., - Vrolik, Recherches sur le Chimpansee 24.75, - Ver Huell, Handl.
page: 155
voor verzamelaars van Vlinders 1.25, - v. d. Hoeven, Natuurl. geschiedenis van den Negerstam 3.45, - Snellen van Vollenhoven, Handl. schadelijke Insecten 1.40, - Schlegel, Les oiseaux d''Europe 4.-, De Diergaarde te Parijs 14.40, - Ramaer, Dierlijke vermogens 2.-, Snellen v. Vollenhoven, Bijdragen tot de Fauna van Nederland (beg. in 1849).
Molkenboer en Kerbert, Flora Leydensis 5.-, Miquel, Monographia Cycadeorum 4.-, de Vriese, Plantae novae Indiae Bat. 3.60, - van Hall, Handboek der Kruidkunde 2.90, - Miquel, Systema Piperaceorum 9.90.
Kleinere geschriften van Bruinsma, von Schubert, van Hoven, Fresenius.
Tijdschriften: Nederl. Kruidkundig Archief, uitgeg. door de Vriese, Dozy en Molkenboer (beg. in 1846), - De vriend van den Landman, verzameld door Enklaar (1837-73) en toen vereenigd met den Boeren-goudmijn; De Boeren-raadgever (1839-42), - Maandschrift voor Tuinbouw 3.- (1846-52), - Landbouw-Courant 8.- (beg. in 1847), - Magazijn voor Landbouw en Kruidkunde 6.50 (1848-76).
Uilkens, Vaderl. Landhuishoudkunde 3.30, - Uilkens, Handb. Ned. Tuinbouw 3.-, Korte, Leven van Thaer (vert.) 2.-, Lobe, De Landman (vert.) 2.85, - De Geldersche Bouwhof, - Richardson Porter, De landbouw tusschen de Keerkringen 6.80, - van Laar, Magazijn van Tuinsieraden 43.20 (2e druk 1831, met 192 platen), -.
Tijdschrift van Alg. Kunsten en Wetenschappen, inzonderheid voor Land- en Tuinbouw, Red. Uilkens en Teenstra 3.- (beg. in 1848), - En Landhuishoudkundige Almanak 0.25 (1844-70), - Almanak voor Landbouwers en Veehoeders 0.30 (begonnen in 1847), - Almanak voor den Landman, door Staring 0.30 (beg. in 1848)1In 1873 zegt de uitgever dat van dezen almanak 14.300 exx. geplaatst worden; in 1875 16.000 exx..
page: 156
Geologie.Van Hall, Geologie 3.-, Leonhard, Geologie (vert.) 30.75, - Beima, Beschrijving v. d. Aardbol (Uilkens).
Kleinere werkjes van Leonhard, Staring.
Waterbouw- en Werktuigkunde.Storm Buijsing, Waterbouwkunde 32.-, De Geus, Waterweegkunde 2.60, - van Hall, Kennis der Locomotiven 16.-, Rust, Schets der Technologie 4.60, - Mohr, Werktuigkunde v. d. Apotheker (vert.) 5.-, Conrad, Verspreide Bijdragen 2.50, - Van Diggelen, Droogmaking der Zuiderzee 5.10, - Jaarboekje voor Kunsten en Wetenschappen, door Bleekrode, 5.40 (1847-50).
Kleinere geschriften van Venema.
Verhandelingen v. h. Kon. Instituut voor Ingenieurs (beg. in 1848).
Bouwkunde.Penn, Handb. d. schoone Bouwkunst 13.-, Brade, Bouwkundig Handboek 2e druk 25.-, Storm van ''s Gravesande, Handboek der Bouwkunst 16.- (3e druk 1863), - Tetar van Elven, De vijf Bouworden 4.80, - Servaas de Jong, Gothische Bouwkunst 6.-.
Tijdschriften: Tijdschrift van het Gen. ter bev. van Nyverheid te Onderdendam (1841-42), - Bouwkundige Bijdragen, uitg door de Maatsch. ter bev. der Bouwkunst (beg. in 1842), - Bouwkundig Magazijn (1843-56), - Tijdschrift voor Handel en Nijverheid 12.- (1844-47), - Algemeene Nijverheidscourant, Weekblad (1848 No 1-26).
Godsdienst en Wijsbegeerte.
Statenbijbel bij Hoogkamer, 18.30, - Mulder, Bijbel voor de Israelitische jeugd 11.90, - Radijs, Bijbel voor de jeugd 8.75, -
page: 157
Mevr. v. Meerten, Kinderbijbel 3.20, - Prentbijbel, (Noorduijn en Noman) 7.801In 1845 besloot het Nederlandsch Bijbelgenootschap te doen drukken 20000 exx. van het Nieuwe Testament en 6000 exx. van den geheelen Bijbel overeenkomstig de Staten-overzetting, maar volgens de toen gebruikelijke taal en spelling, en die voor een geringen prijs te doen uitgeven bij Blussé & Comp te Dordrecht..
Neander, Het leven van Jezus 7.20, - da Costa, Voorlezingen tegen Strauss 8. -, de Greuve, Critische verdediging tegen Strauss 11.80, - Kist, Het Protestantsch Kerkgezang 2.-, v. Senden, Verdediging van Bijbel en Openbaring 12.10, - van Balen Blanken, De Jood onder de heidenen en in zijn vaderland 8.40, - Hagenbach, Het wezen der Hervorming 34.70, - van Willes, Bijbelsche uitlegkunde 12.-, Ellendorf, Zedeleer en Staatkunde der Jezuieten 3.60, - Folmer, Aanteekeningen op de Evangeliën 4.50, - Pareau, Hermeneutica Codicis Sacri 4.80, - Pareau, Initia Institutionis Christianae moralis 4.-, van Heusde, Initia Philosophiae Platonicae 7.50, - Royaards, Gesch. Christendom in de middeleeuwen 3.60, - Colenbrander, De vier Evangeliën 3.60, - Nösselt, Het leven van Jezus 12.-, Polak, De vijf boeken Mozes 10.-, Buchmann, Symboliek 6.-, da Costa, Voorlezingen O. Testament 7.95, - Bretschneider, Godsdienstige Geloofsleer 5.90, - Blaupot ten Cate, Oorsprong der Doopsgezinden 5.75, - Heringa, Opera exegetica 5.50, - Huffell, De waarheid is uit God 3.-, Scholten, De leer der Herv. Kerk 7.50, (4e druk 1870), - Ab Utrecht Dresselhuis, Bijbelsche uitlegkunde 8.-, Ullmann, De Hervormers voor de Hervorming 4.80, - Hemsterhuis, Oeuvres philosophiques 7.50, - van Oosterzee, Handel. der Apostelen 4.75, - Hofstede de Groot, De opvoeding van den mensch 9.50, - van Dissel, Flavius Josephus 4.-, van Oosterzee, Het leven van Jezus 22.-, (le druk 1846, 2e 1863), - Mensinga,
page: 158
De vereering van Maria 8.40, - Vinke, Libri Symbolici 4.90, - Opzoomer, De leer van God, - Scholten, Opzoomer''s Godgeleerdheid, - da Costa, Paulus 8.75, - Opzoomer, De gevoelsleer van Oosterzee 5.-, Ahrens, Grondbeginselen v Mensch- en Zielkunde 5.60, - Vinke, Het N. Testament 20.80, - Niermeijer, Echtheid van Paulus'' Brief Efezers 3.90, - Schenkel, Christendom en Ongeloof 3.90, - Statius Muller, Herinner. Gesch. Kerk 4.90, - Koorders, Het leerstelsel der Herv. Kerk 11.60., - Fockens, De H. Schrift d. O. Verbonds 4.-, da Costa, Het Evangelie van Lucas 4.75, - Thiersch, Het oordeel van het ongeloof 4.75, - Stirm, Verdediging des Christendoms 5.90, - Moll, Veth, Domela Nieuwenhuis e. a. Bijbelsch Woordenboek 26.50.
Kleinere werken van Strauss, Jordan, Capadose, Laan, v. d. Hoeven en Immink, Hazelhoff, v. d. Willigen, Aebli, Dieper, Max Geibel, Tholuck, Bouman, Wijs, Gieseler, Tenkinck, Le Roy, Young, Coquerel, Sartorius, Hohlenberg, Bauer, v. Oordt, Gallé, Liernur, Kurtz, Teenstra, Stuffken, Carp. Alting, Wallman, Boerman, Koster, Ellendorf, Umbreit, Doedes, Jentink, Schleyermacher, Baur, Hettinger, Thoden v. Velzen, v. Heijningen, Fockens, Huffell, Lisco, Ab Utrecht Dresselhuis, Polak, Schmid, Ewald, Scholten, Witkop, Lentz, Ullmann, Hofstede de Groot, Pareau, Opzoomer, Krause, v. Koetsveld, Fockens, Domela Nieuwenhuis, Schultens, Herbst, v. Dogteren, Ebrard, Comte, Timmer, v. Hengel, Burger, Albrecht, Maurice, v. Bemmelen, Erdmann, Groen v. Prinsterer, Coquerel, des Amorie v. d. Hoeven, Loman, de Wette, Zullig, Fleming, Rutgers v. d. Loeff, Francken, Roorda, Goguel, Meijboom, J. v. Vloten, Harting, Scheffer.
In 1841 een aantal brochures tegen het concordaat.
In 1845 een aantal, wel 50, over Ronge en den heiligen rok van Trier, en een aantal tegen de jezuieten en tegen de roomsche kerk, die alles behalve van verdraagzaamheid getuigen,
page: 159
en meerendeels door kleinere boekverkoopers uitgegeven1Gelijk, bij voorbeeld, de drie bij J. C. J. Raabé uitgegeven brochures: Het Jezuitenboekje (waarschijnlijk door Johannes Ronge), 0.60.Motto: Gelijk lammeren zijn wij binnengeslopen, gelijk wolven regeren wij, gelijk honden zal men ons verdrijven, maar gelijk arenden zullen wij ons weder verjongen.De Jezuit, Franciscus Borgia.De Jezuitenpest. De Jezuiten en het Jezuitismus sedert 1814, 0.30.Roomsche Mysteriën, beschreven door een ooggetuige, L. v. B. Duitsch-Katholiek, naar het Hoogduitsch door G. van H. Rongiaan,Motto: Et les abbés règnent toujours!?en menigte van dergelijk gehalte, die toen niets goeds uitrichtten, veel kwaad, stichtten en alleen winstbejag ten doel hadden..
Tijdschriften: De Evangelische Kerkbode 4.- (184O-51) - De Katholieke Kerkhervorming, uitgeg. door Muller, Czerski, Ronge e. a. 3.95 (1845-47), - Jaarboeken voor Wetenschappelijke Theologie 8.- (1845-56), - Godsdienstig Weekblad en Kerkelijke Courant 5.50 (1847-51), - Kerkelijke Courant, Weekblad voor de Nederl. Herv. Kerk, Red. H. M. C. van Oosterzee en Kits van Heijningen 6.50 (beg. in 1847), - Repertorium voor buitenlandsche Theologie 8.- (1848-52), - De Fakkel, Protestantsch Volksblad 5.- (1848-64).
En het Handboekje voor de Zaken der R. Kath. Eeredienst 1.25 (beg. in 1847), - Jaarboekje voor de Doopsgezinde Gemeenten 1.90 (1840-50).
Stichtelijke lektuur.
Baxter, De eeuwige rust der heiligen 3.90, - Zwingli, Het huiselijk leven 3.90, - Uhden, Leven van Wilberforce 3.25, - Lublink Weddik, Bloemlezing uit Luther 6.35, - Böckel, Het leven
page: 160
van Jezus 6.60, - Laatsman, Beeldengalerij van geloovigen 3.-, Beets, Het leven van van der Palm 3.-, Strauss, Kerkklokstoonen 2e druk 4.751Door dezen 2en druk, uitgegeven door den toen zoo gevierden Jonathan (J. P. Hasebroek), kwamen de werken van Friedrich Strauss weder in den smaak. De Kerkklokstoonen beleefde een 5en druk in 1858, Helon''s Bedevaart een 3en druk in 1860, De doop in de Jordaan een 3en druk in 1863., - Fockens, Salomo''s Spreuken 6.-, Royaards, Evangeliewoorden 3.-, Steiger, De verloren zoon 3.-, Carpentier Alting, Hendrik en Maria 3 60, - Heldring, De Bijbel en de mensch 6.-, Strauss, Helon''s Bedevaart 2e druk 7.20, - Huffell, Eén ding is noodig 5.80, - Corstius, Eubiosis 5.-, Tholuck, De weg des heils 6.-, Zschokke, Mijn leven, denken en werken 5.-2Zschokke''s werken (1844-57) maakten een verbazenden opgang. Mijn leven, denken en werken (1844) kreeg in 1860 een 4en druk, Mijn omzien in de wereld (1848) in 1856 een 5en druk, Christelijk Huisboek (1849) in 1855 een 2en druk, Uw Huisboek (1849) een 4en druk, een volksuitgaaf in 1854, die in 1861 haar 15e duizendtal aankondigde, Uren aan de Godsdienst gewijd (1819-25) een 6en druk in 1871, Stichtelijke Uren (1854) een 7en druk in 1862, Ziet opwaarts een 4en druk in 1865 (zijnde een bloemlezing uit de Uren, door Reinhold verzameld). - Tien jaar later was Zschokke weêr zoo uit de mode, dat de kopijrechten in 1874 voor een appel en een ei verkocht werden., Swiers, Het heil in Christus 3.90, - Roussel, Huiselijke godsdienstoefening 4.40, - van Koetsveld, De Vriend der kranken 3.75 (3e druk 1854), - James, Geschenk van een Christelijk Vader 4.403James'' werken: Bestuur en aanmoediging (1841), Geschenk v. e. Christ. Vader (1844), Het Huisgezin (1844), De weg des Geloofs (1853), De Christ. Belijder (1855), Vrouwelijke Godsvrucht (1855) hadden een groot debiet. Sommige werden herdrukt., -.James, Het Huisgezin 3.60, - Bretschneider, Godsdienstige geloofsleer 5.90, - Bretschneider, Licht en leven 5.50, - Hasebroek, Thomas à Kempis'' Navolging van J. C. 3.-, van Spall, De mensch in de wereld 3.-, Ellis, Pligt en roeping der
page: 161
Vrouw 3.- (3e-5en druk), - van Koetsveld, De Oudejaarsavond 3.- (6e druk 1874), - De Gasparin, Het Huwelijk 7.90, - Claus Harms, De Evangeliedienaar 3.-, Mijnster, Christelijk geloof en leven 8.80, - Goudschaal, Christelijke Mengelingen 3.30, - Zschokke, Mijn omzien in de wereld 3.50, - Ewald, Christelijk Zondagsboek 3.501Ewald''s werken waren zeer gezocht: Zondagsboek werd herdrukt in 1847, Christelijke Opwekking (1846) kreeg een 3en druk in 1855, Menschenbestemming (1846) 2en druk in 1854, Gelijkenissen (1845) 3en druk., - Hasebroek, De God des hemels en de bergen 6.- (3e druk 1856), - Muntendam, De lijdende Heer 3.-, Zschokke, Christelijk Huisboek 4.90, - Zschokke, Uw Huisboek 5.40, - Zschokke, Uren aan de Godsdienst gewijd 3e druk 25.-, Beets, Stichtelijke Uren 19.20 (1848-51) 2e druk 1854, 3e 1872)2In 1872 werd het kopijrecht van de kompl. Sticht. Uren, met 470 exx. van dezen 3en druk, verkocht voor ƒ 3762.-., Nieuwe reeks 12.60 (1858-60).
Leerredenen van Moll, Sonstral, v. Heijningen, Heringa, v. d. Groe, Radijs, Spijker, van der Palm, v. Oosterzee3De eerste bundel Leerredenen verscheen in 1846. Sinds volgden zij elkander op in verschillende bundels, met steeds klimmend debiet. Van 1871-76 werden zij gezamenlijk herdrukt in 12 deelen 19.80., Moolenaar, Huet (Sermons), W. A. v. Kampen, Clarisse, Molhuizen, Vinke, van Senden, v. Staveren, Ternooij Apel, v. Bemmelen, Mensinga, v. Rossum, Muurling, Tromp, v. Doorn, Beets, v. Hengel, Paniel, Domela Nieuwenhuis, Krummacher, Roskes, Ditmar, Corstius, Nijhoff, Storm, v. Balen Blanken, Ewald, Swiers, Begeman, van Rhijn, Toewater, Dermout, Laatsman, Hallo, van Leeuwen, Hasebroek, des Amorie van der Hoeven, des Amorie v. d. Hoeven Jr. (4e druk 1858), Gezelle Meerburg, Muller, Entz, v. d. Willigen.
Kleinere werken van Capadose, Radijs, Daub, v. d. Groe, Beneken, Polman, Prins, F. Mastenbroek, Sikkel, Lublink
page: 162
Weddik, Domela Nieuwenhuis, James, Clark, Schrant, v. Koetsveld, Scheltema, Ewald, Ditmar, Engels, Bretschneider, Lavater, Swalue, Reinhardt, v. d. Velde, Nork, Heinichen, Heldring, Fockens, Laan, v. d. Trappen, Frenkel, Felice, Looman, Boerman, Bruinier, Mevr. v. Meerten, Busch Keizer, v. Balen Blanken, Monod, Bruinses, Roelants, v. Heijningen, Kohlbrugge, Zschokke, Pike, Stockhardt, de Liefde, Reiche, Comte, Clarisse, Berghege, de Wal, de Gasparin, Koethe, v. Senden, le Roy, v. Spall, Herbert, Rutgers v. d. Loeff, Arndt, Amshoff, Visser, Josset, de Chatelain, Penning, Boeseken, Mason, Theremin, Knapp, Witkop, Rocher, Zwaagberg, Charlotte Elisabeth.
Voorts verschenen de volgende tijdschriften:
Godsd. tractaatjes v. jonge lieden (1841-53), - De Protestant. Tijdschrift voor Bijbelkennis en Godsvrucht 2.30 (1841-55), - De Katholiek. Godsdienstig Maandschrift (beg. in 1842), - De Protestantsche Zendingen onder de Heidenen 0.60 (1842), - Theophania. Bijdragen tot bevordering van wetenschap en deugd 2.- (1842-46), - De Gids der jeugd. Godsdienstig wetenschappelijk tijdschrift 1.80 (1842-46), - Bijbelsch Dagschrift. Godsdienstige overdenkingen 4.80 (1842-56), - Bijbelsch Magazijn voor de jeugd (begonnen in 1842), - C. Schmid, Christelijk Tijdschrift voor de jeugd (beg. in 1842), - De Handhaver der Hervormde Godsdienst 2.60 (1843-46), - Het Mannakruikje. Verzameling van geestelijke lectuur voor Christenen 2.60 (1843-53), - Bijdragen ter bevordering van Christelijk leven, door Amshoff en Muurling 0.80 (1844-67), - Paarlen des Bijbels ter bevordering van Bijbelkennis en Godsvrucht bij de jeugd 3.- (1845), - Christelijk Album. Woorden van stichting in onze huiskamer 3.- (1846-69)1Het Christelijk Album dankte zijn ontstaan aan den algemeen heerschenden smaak voor stichtelijke lektuur, waaraan vooral te gemoet gekomen werd door de uitgaaf van preeken en godsdienstige boeken. De uitgever meende, dat een verscheidenheid van kleinere stukjes, en wel in eenigszins losser stijl, bij maandelijksche afleveringen verschijnende, het publiek welkom zou zijn. Dat bleek. Vooral ook door middel van colportage, een nog zeer weinig gebruikten maatregel in die dagen, klom het debiet in het tweede jaar tot ruim 5000 exemplaren. Maar wat opmerkenswaardig en een staaltje is, hoe zonderling soms ondernemingen in de wereld komen, is dit, dat het Christelijk Album de twee eerste jaren gedreven en geschreven werd, met medewerking van den uitgever, door jongelui aan het Haarlemsch gymnasium en door jonge literatoren, vrienden van den uitgever, die in het schrijven van dergelijke gemoedelijke tafereeltjes behagen vonden. Als proef kon dit een tijdlang goed gaan; maar zoodra dat geheim mocht uitlekken, zou het gezag verloren zijn. Met het derde jaar zocht het Album alzoo een bekend predikant als redacteur en de medewerking van een aantal collega''s. - Een groote aantrekkelijkheid van het Christelijk Album waren ook zijn met zorg gekozen staalgravuren, die door de inteekenaren als plaat op groot papier aan den wand gehangen, of als vignet tegenover den titel geplaatst konden worden.Deze uitgaaf kostte van 1846-57 ƒ 58.899.-). In fondsveiling 1857 bracht het kopijrecht, met ruim 6000 afzonderlijke deel en, een som van ƒ 7000.- op. Door concurrentie was het debiet toen al aanmerkelijk gedaald., - De Vereeniging. Christelijke
page: 163
Stemmen. Red. Heldring 6.- (1846-68), - Maria en Martha. Lectuur voor Christen Vrouwen en Moeders 3.60 (1846-56), met het Bijblad Moeders schoot 1.50 (1846-69), - Leerredenen uitgegeven ter bevordering van Evangelische kennis 1.20 (1846-69), - Preken, uitgegeven om Evangelisch licht te verspreiden 1.20 (1846-62), - Christelijk Zondagsblad. Red. Swiers 2.60 (1846-55), - Berigten aangaande de uitbreiding van Gods Koninkrijk 1.20 (beg. in 1847), - De Godsdienstvriend 1.80 (1848-58), - Evangeliespiegel. Maandschrift ter aankweeking van den godsdienst des harten 1.80 (1848-70)11857 Red. Meijboom, 1867 Maronier, in 1871 vereenigd met het Godsdienstig Album. De Evangeliespiegel telde in 1857 ruim 1100 inteekenaren., - De Kinderkerk. Verzameling van kinderpreken
page: 164
1.20 (1848-57), - Algemeen Christelijk Zondagsblad 1.25 (1848), - De Weergalm 3.- (1848-54), - Broederlijke Woorden, door Knap 1.30 (1849-50), - Evangeliebode, door Doedes 1.- (1849-54), - Leerredenen voor Evangelische Christenen, door Luthersche Predikanten 1.20 (1849-56), - Volksmagazijn voor burger en boer Red. de Liefde 4.- (1849-60), - Het Zondagsblad (1849), - Christelijk Museum 6.- (1849-56).
En de jaarboekjes:
Volksalmanak voor Roomsch-Katholieken 0.30 (1840-46), - Christophilus. Christelijk Jaarboekje 3.60 (1841-47), - Woorden uit den Bijbel voor elken dag des jaars 0.20 (beg. in 1842), - Eukleria. Christelijk Volksboekje 0.90 (1844), - Christelijke Volksalmanak 0.60 (1844-76), - Christelijk Jaarboekje 0.75 (1844), - Volksalmanak voor tijd en eeuwigheid. Red. Heldring 0.60 (1848-51), - Bijbelsche Almanak, uitgeg. door het Tractaat-Genootschap 0.10.
Omstreeks 1848 trad de zoogenoemde moderne richting meer openlijk op en gaf aanleiding tot menigte van wetenschappelijke strijdschriften en stichtelijke lektuur in dien geest.
Geschiedenis.
Algemeene en buitenlandsche Geschiedenis.Riedel, Alg. Geschiedenis 19.-, Jost, Alg. Gesch. des Israëlitischen Volks 17.20, - v. Rotteck, Wereldgeschiedenis 10.-, Hermes, Geschied. der laatste 25 jaren 9.-, Clavel, Gesch. der Vrijmetselarij 9.-, Kugler, Gesch. v. Frederik den Groote (met 360 illustratiën) 22.-, v. Limburg Brouwer, Cesar en zijn tijdgenooten 14.50, - Eijlert, Willem III Koning van Pruissen 16.35, - Dozy Historia Abbadidorum 8.-, Sporschill, Gesch. v. d. 30jarigen oorlog 6.50, - Birch, Leven van Lodewijk Philips 13.40, - Alison, Gesch. v. h. Spaansche Schiereiland 7.-, Welter, Wereldgeschiedenis 7.30, -
page: 165
Geschiedenis dar oorlogen in Europa sedert 1792 17.20, - Hermes, Gesch. van Europa na 1830 6.-, Hagen, Gesch. v. d. jongsten tijd 12.501Voor Nederland vrij bewerkt door Prof. Bosscha., - Lamartine, Gesch. Fransche Omwenteling 6.50, - Carlyle, De Fransche Omwenteling 10.80 (2e druk 1870), - Polak, Alg. Gesch. der Wereld 50.80, - Eng. Gerrits, Biographisch Handwoordenboek 10.202In het prospectus van dit werk, dat een degelijke bewerking belooft te zijn, klaagt de uitgever, M. H. Binger, over het fabriekmatige van zooveel ondernemingen (1845) en "dat het publiek met Magazijnen, Museums, Woordenboeken, Tijdschriften en Maandwerken van allerlei aard als overstroomd wordt.", - von Raumer, De Vereen. Staten van N. Amerika 6.-, de Stuers, De Nederlanders in Sumatra 10.80.
Kleinere werken van Burck, d''Auzon de Boisminart, Teenstra, Rijneveld, Janssen, Pol, Engelbrecht, Clausewitz, van Vollenhoven, Depping, de Superville, Guizot, Becker, v. Asch v. Wijck, v. d. Heijden, Fox, Eyre, Regnault, van Hengel, Hoffmann, Veegens, Riedel, Sprenger v. Eijk, Saint Hilaire, J. D. Meijer, van Heusde, van Dijk, Walraven, Juijnboll, Weeda, Grosse, Montholon, Appers, Gruau de la Barre, Klosz, Capefigue, Scheltema, Lauts, Schotel, Witkamp, K. Wachsman, Christian, de Beer, Nolan.
In 1848 een aantal brochures en verzen over de Fransche revolutie.
Vaderlandsche Geschiedenis.Arend, Alg. Geschiedenis des Vaderlands3Plan van den uitgever J. F. Schleijer. Dl. III 2 tot III 5 door O. van Rees en W. G. Brill; IV door J. van Vloten. Met de 1e afl. van het V deel, bij den dood van van Vloten, gestaakt., - v. d. Eijnde en v. d. Willigen, Geschied. der Ned. Schilderkunst 22.75, - Groen v. Prinsterer, Geschiedenis des Vaderlands 12.10 (2e druk 1852, 4e 1875),
page: 166
De Nederlanden door Nederlanders geschetst 10.-1Met houtgravuren door Hollandsche kunstenaars geteekend en gegraveerd., De Nederlanden. Karakterschetsen 20.-2Met gravuren van H. Brown, naar teekeningen van Hollandsche kunstenaars., Immerzeel, Levens der Ned. Kunstschilders 18.-3Immerzeel, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche Kunstschilders, Beeldhouwers enz. was een onderneming, die, blijkens het prospectus, met groote voorliefde door den letterkundigen en kunst lievenden dichter-uitgever op het touw gezet werd. Het plan onderscheidt zich ook hierdoor, dat het alleen het kunstenaarsleven en niet het "privative- leven der schilders geven wil en tussehen de 200 tot 300 portretten bevatten zal, niet in staal of koper gegraveerd, dat het werk veel te duur zou maken, maar in hout. "Te goeder uur-, zegt Immerzeel in zijn prospectus, "werd mijn oogmerk gelukkig in de hand gewerkt door de thans tot eene verbazende hoogte gevoerde kunst om op hout te graveren, zóó los, geestig en schoon, dat hare voortbrengselen met de fraaiste etsstukken wedijveren kunnen. Daar in Holland deze kunst intusschen nog niet zoo ver gevorderd is, dat hare producten reeds eenen zweem gekregen hebben van wat wij in de geïllustreerde Fransche edities van Don Quichotte, Molière, Gilblas en van andere werken bewonderen, heb ik het raadzaam gevonden de vervaardiging der benoodigde portretten, aan de voornaamste houtgraveurs te Parijs op te dragen.", L. P. C. v. d. Bergh, Gedenkschr. Ned. Geschiedenis 9.80, - v. d. Vijver, Geschiedk. beschrijving v. Amsterdam 18.-4Met houtgravuren door Hollandsche kunstenaars geteekend en gegraveerd., v. d. Kemp, Maurits van Nassau 13.40, - Het leven van Willem I 24.-5Met 130 platen en portretten, get. door H. F. C. ten Kate en op staal geëtst door J. P. Lange, meest in den tekst gedrukt. (Uitg. K. Fuhri, die ook voor den schrijver gehouden wordt)., Bosdijk (J. v. d. Capelle), Beleg en verdediging van Haarlem 11.206In romantischen vorm., - Hermans, Bijdragen en Geschiedk. Mengelwerk N.-Brabant 20.-, Rob v. d. Aa, Oud Nederland 21.60, - Bouman, Geschied. Geldersche Hoogeschool 8.90, - v. Lennep, Voorn. geschiedenissen van
page: 167
Noord-Nederland 11.501(1e druk 1846, 6e 1879.) Het kopijrecht van den 5en dr. werd, met enkele exx., in 1876 verkocht voor ƒ 4052.55., - Acker Stratingh, Aloude Staat des Vaderlands 15.-, Schimmelpenninck, Rutger Jan Schimmelpenninck 7.40, - Hofmann Peerlkamp, De vita et moribus Schimmelpenninck, - Ver Huell Leven van Ver Huell 9.40, - v. d. Maaten, Geschied. der Nederlanden 10.80, - de Stuers, Vestiging der Nederlanders op Sumatra, 10.80, - Honig, Geschied. der Zaanlanden 12.-, v. d. Aa, Biograph. Woordenboek Ned. Dichters 13.-, Corvin Wiersbitzky, De 80jarige oorlog der Nederlanders (vert.) 43.502Vertaald naar het onuitgegeven Hoogduitsche handschrift, en met oorspronkelijke platen en portretten, vervaardigd door Hollandsche meesters (Uitgaaf van M. H. Binger 1844)..
Kleinere werken van Clemens, Hermans, Fockema, Schotel, v. Kampen, Veegens, Verster, v. Halmael, des Amorie v. d. Hoeven, v. Groningen, Fockema, v. Hall, Abbing, Eng. Gerrits, van Til, Verweij, Leemans, Magnin, Koenen, Beijer, de Wal, Buddingh, Sloet tot Oldhuis, Lichtenberg, Zeeman, Janssen, Berg v. D. Muilkerk, Portielje, Tydeman, Groen v. Prinsterer, Vreede, Moll, de Superville, v. Asch van Wijck, Swalue, Scheltema, Tadema, Visscher, v. Limburg Brouwer, Cramer, Noordziek, v. d. Ende, Oltmans, Ludeking, Dirks, Beijerman, Engelen, Meijlink, Bodel Nijenhuis, v. d. Schaaff, Smith, Bosdijk, Diest Lorgion, de Stuers, Dassen, v. Swieten.
Tijdschriften: Polymnia, of Bloemen op het veld der Geschieden Aardrijkskunde geplukt 6.- (1842), - Historisch tijdschrift, uitgeg. door L. G. Visscher (beg. 1841), - Tijdschrift voor Munt- en Penningkunde, door v. d. Chijs, 4.- (1833-45).
Kerkelijke Geschiedenis.Sackreuter, Gesch. d. Christ. Godsdienst en Kerk (vert.) 7.25, -
page: 168
Glasius, Geschied. der Kerk na de Hervorming 11.25, - Genthe, Leven van Luther (vert.) 12.-, Neander, Gesch. der Christ. Kerk (vert.) 9.-, Moll, Gesch. der eerste Christenen 9.-, ter Haar, Gesch. der Kerkhervorming 6.-1Van 1844-49 verschenen van dit werk vier drukken, en in 1853 een 5e, goedkoope editie., Ranke, De Pausen (vert.) 13.-, Baird, Kerkel. geschied. N. Amerika (vert.) 6.50, - Neander, Gesch. Christelijk leven (vert.) 6.30 - Sporschill, Gesch. der Kruistogten (vert.) 6.50, - Coquerel, De Kerken dar Woestijn (vert.) 9.-, Clavel, Gesch. der Godsdiensten (vert.) 12.-2De fraaie staalplaten waren van dit werk het lokaas, even als van do Geschiedenis der Vrijmetselarij van denzelfden schrijver. In het prospectus wordt dit werk met onbetamelijken ophef, als van zeldzame degelijkheid aangeprezen en de bestaande werken, zooals dat van Picart, voor "smakelooze compilatiën, die even zoovele dwalingen als regels bevatten", uitgemaakt., Henry, Het leven van Calvijn (vert.) 7.20, - Neander, Gesch. der Christel. Godsdienst en Kerk (vert.) 40.80, - Kist, Nederl. Bededagen 11.-, Dowling, Geschied. der Roomsche Kerk 6.60, - Hagenbach, De Christ. Kerk in de zes eerste eeuwen 8.70, - Delprat, De Broederschap van Geert Groote 3.-, Kurtz, Kerkgeschiedenis 3.50 (2e druk 1873).
Kleinere werken van Royaards, Busch, Witkop, Glasius, Blaupot ten Cate, Söltl, v. d. Meer v. Kuffeler, Diest Lorgion, Halbertsma, Kist, Bretschneider, Tryxel, Neudecker, Sprenger v. Eijk, Julius, Hoffmann, Weil, v. Heijningen, Ullmann, Marheineke, IJzenbeek, da Costa, Ab Utrecht Dresselhuijs, Bruinses, Bungener, Gruneisen.
Archief voor Kerkelijke Geschiedenis, door Kist en Royaards (1829-40), vervolgd als Nederlandsch Archief v. Kerkel. Geschiedenis (1841-49), voortgezet in Nieuw Archief (1852-54) en in Kerkhistorisch Archief, door Kist en Moll (1855-66).
page: 169
Aardrijkskunde.
Land- en Volkenkunde. Reisbeschrijving.Van Senden, Bijbel-Atlas 15.80 (2e druk 1866), - v. Kampen, De Aarde 3e druk 8.40, - Davis, China en de Chineezen 11.-, Zweerts, Gezigten in Amerika, met staalplaten van Bartllet 48.-, Zacharia en v. d. Smisseu, Handb. dar Aardrijkskunde 3.80, - Payne''s Universum, met staalplaten 1843-50 48.-, Handwoordenb. der Alg. Aardrijkskunde 5.75, - Buddingh, Natuurl. Aardrijksbeschrijving 6.90, - Buddingh, Statistiek voor Handel en Nijverheid 21.45, - Beijer, Leerb. der Aardrijksbeschrijving 11.20, - Warren, Engelsch Indië 6.65, - Waterman, Bijbelsche Aardrijkskunde 3.80, - Muller, Bijdragen over Sumatra 3.10, - v. Vliet, Bijdragen kennis der O. Ind. Bezittingen 10.-, Teenstra, Beschr. Ned. O. Ind. Bezittingen 6.80, - Lauts, Japan 3.45, - Lauts, Bali en de Balineezen 3.50, - Java, Land- en Zeetogten 15.-, Kohl, De Britsche eilanden 7.-, Kramers, Geogr. Statist. Handboek 16.-, Kuijpers, Panorama der bew. Aarde 12.-, v. d. Aa, Neerl. O. Ind. Bezittingen 20.75, - Olivier, Tafereel van O. Indië 6.851Voor jongelieden. Op verzoek van den uitgever Beijerinck, in 1840, bewerkte de schrijver zijn in 1836 uitgegeven grooter werk in een losser vorm ten behoeve van het jeugdig geslacht, "opdat dit", zegt het prospectus, "al spoedig bekend mogt worden met het schoone, bloeijende land, dat ons thans meer dan ooit dierbaar moet zijn, nu het, in den verwarden financieelen toestand van ons dierbaar Vaderland, onze éénige steun en hoop is.".
Kleinere werken van Mendel, Leemans, Bernett, Heldring en Graadt Jonkers, Selberg, v. Meerten, Littrow, van Geuns, Kussendrager, Houwen, de Sturler, Ab Utrecht Dresselhuis, Boers, Krecke, Bergsma, Binzer, Bodel Nijenhuis en Eekhoff, Nassau, Korthals, van Straten Ponthoz, Kommers, v.
page: 170
d. Aa, Posthumus, Merle d''Aubigné, Bisschop Grevelink, Veth, Bassler, v. d. Burg, Prescott, Sinneth, v. d. Smissen, Kan en Dikhuizen.
Reisbeschrijvingen van Demidoff, ''s Gravenweert, de Sturler, Ackersdijck, Ruschenberger, Hood, Christ, Meijen, Kneppelhout, Weede, Ereth, Boelhouwer, v. Baalen, Rausse, Ver-Huell, van Senden, v. Lennep Coster, La Mérie, Koekkoek, Ritter, Dickens, Davids, Gurney, Young, Visino, Beucker Andreae, Kohl, Protesk, v. Staveren, Busch, Derschau, Mauvillon, Rellstab, Grant, v. d. Hoeven, Polak, des Amorie v. d. Hoeven, Dijkema, Ritter, Kennedy, Engelen, Selberg, Kappel, v. Gheel Gildemeester, Adrian, Dethmar, v. Herwerden, Brooke, Bryant, v. Hoevell, Scherer, Ziegler, Moffer, Mac Farlane, Dijkma.
Voorts de tijdschriften: De Globe. Keur van Reisverhalen 7.20 (beg. in 1841), - Bijdragen tot de kennis der Nederl. en vreemde Koloniën, bijzonder toe de vrijlating der slaven 4.- (1844-47), - Tijdschrift voor Ned. Indië, uitgeg. door v. Hoëvell, voortgezet door Bleeker 13.- (beg. in 1838)1Dit tijdschrift, vroeger te Batavia uitgegeven, werd in 1849 naar Nederland overgebracht bij de firma v. B. Hoitsema te Groningen, later sinds 1870 bij Joh. Noman & Zn. te Z. Bommel.Enkele bijzonderheden, getrokken uit de biografie van Dr. P. Bleeker, (Jaarboek der Kon. Academie van Wetenschappen 1877) vinden hier een plaats. Zij zijn een eigenaardige bijdrage tot de geschiedenis van de wetenschappelijke pers in Ned.-Indië. Dr. Bleeker zegt daar van zich zelv'':"Een der punten op wetenschappelijk gebied waarover ik mij al kort na mijne aankomst in Indië verbaasde (1842), was het volstrekt ontbreken aldaar van eenig tijdschrift voor de geneeskundige en natuurkundige wetenschappen, en ik besloot te trachten een zoodanig tijdschrift in het leven te roepen. Ik was zoo gelukkig in mijne poging te slagen en reeds in 1844 te doen verschijnen den eersten jaargang van het Natuur- en Geneeskundig Archief van Nederlandse Indië. Zooals mijne nederige positie toen meêbracht, stond op den titel de toenmalige chef van den geneeskundigen dienst, P. J. Godefroy, als hoofd en mijn persoon als laatste lid der redactie. Het bleef echter slechts in stand tot het jaar 1847, toen ik wegens verplaatsing naar Samarang mij niet meer met de redactie kon belasten, en anderen niet te bewegen waren de redactie, op zich te nemen."Met de oprichting van dit tijdschrift was blijkbaar een nuttig werk verricht. De bijdragen bleven niet achterwege, en de lust tot onderzoek en tot het openbaar maken van de uitkomsten er van, werd bij geneesen natuurkundigen er niet weinig door opgewekt. Toen de uitgave werd gestaakt hadden vier lijvige boekdeelen het licht gezien."-Met van Hoëvell''s vertrek uit Indië (1848) hield ook het Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië op te Batavia te verschijnen, om op Nederlandschen bodem te herleven. Het Bataviaasch Genootschap deed niets meer van zich hooren. Eensklaps scheen alle wetenschappelijke werkzaamheid in Indië uitgedoofd. - Ook bestond er geene gelegenheid meer eenige wetenschappelijke bijdrage door de periodieke pers publiek te maken. De eenige particuliere drukkerij in Indië was die van het Bataviaasch Genootschap, en na de moeielijkheden tijdens van Hoëvell met die drukkerij ondervonden, wilde niemand zich blootstellen aan mogelijk verdere botsingen met de regeering, door het beheer der drukkerij op zich te nemen. Van Hoëvell had gepoogd der pers eenige meerdere vrijheid te verschaffen, en werd door het Gouvernement daarom gewantrouwd en gedwongen te repatrieeren.De regeering, die met leede oogen de te niet gegane tijdschriften had zien werken, meende nu zelve den stoot te moeten geven tot de oprichting van een nieuw wetenschappelijk tijdschrift. Het Indisch Archief van J. A. Buddingh had aan dien prikkel zijn ontstaan te danken, doch bleek weinig levensvatbaar te zijn. Het kon zijn twee eerste kinderjaren niet overleven.Het kortstondig bestaan van de Indische wetenschappelijke tijdschriften was vooral daaraan toe te schrijven geweest, dat zij werden uitgegeven door bijzondere personen. Hun bestaan was afhankelijk gebleken van het in den regel zeer tijdelijk verblijf der redacteurs op Batavia. En daar de personen, die geschiktheid en lust hadden eenige redactie op zich te nemen, zeer gering in getal waren, stond elk tijdschrift uit den aard der zaak op losse schroeven. Bovendien kon van alleen staande personen niet verwacht worden de aanstoot tot samenwerking der krachten op een bepaald doel. De aard der Indisch-Europeesche maatschappij bracht met zich, dat niemand te Batavia van eene uitsluitend wetenschappelijke betrekking leefde. Wie er zich nog aan de wetenschap wijdde, was in de eerste plaats ambtenaar of officier of koopman, en kon slechts beschikken over den tijd door dienst, bureel of kantoor vrijgelaten.Tot verzekering van een beteren en vasteren gang op het gebied der wetenschap moest dus een andere weg worden ingeslagen. Die weg werd als van zelf aangewezen door de geschiedenis van het Bataviaasch Genootschap. Die instelling, in 1778 gesticht, had reeds eenmeer dan zeventigjarig bestaan achter zich. Het had de moeielijke tijden van 1780 en 1810 doorleefd, jaren lang een kwijnend bestaan gerekt en nu en dan zelfs jaren achtereen niets voortgebracht. Maar het was blijven bestaan, en zijne werken, hoe ongeregeld en traag soms elkander opvolgende, vormden eene doorloopende onafgebroken reeks van toen reeds een twee en twintigtal deelen. - Het had de eerst een halve eeuw later opgerichte tijdschriften allen overleefd - omdat het was een genootschap, niet volstrekt afhankelijk van een enkel individu of van enkele personen.Maar de ondervinding had geleerd, dat het Bataviaasch Genootschap niet bij machte was het geheel der wetenschap te omvatten, zonder nadeel voor enkele takken. De tijden waren veranderd en verdeeling van arbeid was gebleken noodig te zijn. In het begin van de tweede helft der eeuw waren toereikende krachten in Indië aanwezig, om van de oprichting van zusterinstellingen naast het Bataviaasch Genootschap goede uitkomsten te mogen verwachten. De vier jaren bloei van het Natuuren geneeskundig Archief hadden bewezen, dat althans eene instelling uitsluitend aan de natuurwetenschappen gewijd, alleszins kans op levensvatbaarheid zou aanbieden. Mannen als F. Junghuhn, J. K. Hasskarl, C. M. Schwaner, H. Zollinger, P. A. Baron Melvill van Carnbee, H. D. A. Smits en nog enkele anderen, die toen in Indië bloeiden, stonden daar als zoovele waarborgen dat het aan stof tot den opbouw en het in stand blijven van een genootschap voor de natuurwetenschappen niet zoude ontbreken.Deze overwegingen waren de aanleiding tot de oprichting van de Koninklijke Natuurkundige Vereeniging in Nederlandsch-Indië, waartoe in Juli 1850 werd besloten. Dat zij vruchtbaar werkte getuigen de 22 deelen van haar Tijdschrift en de 8 deelen Verhandelingen, die zij in het eerste tienjarig tijdvak van haar bestaan, tevens het laatste van Dr. Bleeker''s verblijf in Indië (die haar president was), het licht deed zien.Het glansrijk slagen der Natuurkundige Vereeniging reeds dadelijk na haar optreden had eene algemeene opwekking op wetenschappelijk gebied ten gevolge.Het Bataviaasch Genootschap meende bij de jeugdige zuster niet te mogen achterblijven. Reeds in 1849 had Bleeker voorgesteld eene reorganisatie van het Genootschap, waarbij het gesplitst zou worden in afdeelingen aan bijzondere groepen van wetenschappen gewijd, maar dit plan was toen als niet uitvoerbaar verworpen. Van dit oordeel was men reeds eenigermate teruggekomen na de vestiging der Natuurkundige Vereeniging en nadat de plannen gerijpt waren en tot uitwerking kwamen tot oprichting van afzonderlijke Tijdschriften aan de Geneeskundige en Rechtswetenschappen gewijd. Maar voor het Genootschap zelve was de tijd toen voorbij, om het gehéél der wetenschap te blijven omvatten. Het Genootschap achtte het toen zijn taak, zich meer uitsluitend te bewegen op het gebied der Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië en verwante takken der wetenschap. Het Indisch Archief was na een tweejarig bestaan zijn voorgangers gevolgd, en het Genootschap besloot, zelf een Tijdschrift op te richten gewijd aan de Indische Ethnologie en Linguistiek. Ruim een vierde eeuw na de oprichting bloeit dit tijdschrift nog onverzwakt en werpt nog steeds ruimschoots vruchten af (1876).Het voorbeeld door de beoefenaars der natuurwetenschappen gegeven, werd door de Geneeskundigen gevolgd.In 1852 kwam tot stand de Vereeniging ter bevordering der geneeskundige Wetenschappen in Nederlandsch-Indië. Ook deze besloot tot het uitgeven van een Tijdschrift, dat sedert onafgebroken is blijven bestaan en thans reeds een aantal deelen telt.De Natuurkundige Vereeniging besloot in 1853 het initiatief te nemen om der nijverheid in Indië een hoogere vlucht te geven, door het in ''t leven roepen van eene Tentoonstelling van nijverheid en landbouw te Batavia, waarvan weder het gevolg was de oprichting eener Maatschappij van Nijverheid. Den 2den December 1853 kwam die Maatschappij tot stand, en kort daarna verscheen ook de eerste aflevering van haar Tijdschrift, onder redactie van Dr. P. Bleeker. Maatschappij en Tijdschrift zijn thans nog in leven en bloei, maar in een eenigszins anderen vorm. De Maatschappij is gesplitst in afdeelingen, die later zelfstandige inrichtingen zijn geworden en eenigszins gewijzigde namen hebben aangenomen.Van Hoëvell, benoemd tot lid van den Raad van State, meende de redactie van het Tijdschrift voor Nederlandsch Indië te moeten neêrleggen. Dat tijdschrift had toen reeds meer dan het vierde eener eeuw bestaan. In Indië had het den stoot gegeven tot een verhoogd geestelijk en wetenschappelijk leven. In Nederland overgeplant was het krachtig opgetreden voor de belangen van Nederlandsch Indië en had niet minder krachtig bijgedragen tot de wijziging van koloniale staatkunde in een vrijgevigen zin. De liberale partij wenschte het tijdschrift in stand te houden, en haar hoofden, vooral van Hoëvell en Thorbecke, haalden Dr. Bleeker over, na van Hoëvell de redactie op zich te nemen. Deze nam die taak gedurende vier jaren op zich en gaf haar toen in handen van prof. P. J. Veth, die haar later overgaf aan den heer van Soest., - De Indische Bij.
page: 171
page: 172
page: 173
page: 174
Tijdschrift voor de kennis der Nederl. Volkplantingen, door Blume en Veegens 8.- (1842-44), - Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederl. Indië, uitgeg. door het Kon. Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (beg. in 1843), - Le Moniteur des Indes (1845-47).
Encyclopedische werken, Taalkunde, Onderwijs.
Wat deze betreft, ook voor 1840-49 hebben wij alleen meê te deelen de volgende weinige titels:
Woordenboek in vier talen (Fuhri) 24.50 (door Calisch)1Een oorspronkelijk plan van den uitgever, waarvoor hij een geheel nieuwe non-pareil letter deed gieten. Er moesten 9000 letters op ééne bladzij staan, zevenmaal zooveel als op een gewoon gr. 8o, terwijl elk vel van 46 pag. slechts tegen 14 ets. berekend werd., - J. van Wijk Rz., Alg. Woordenboek voor jonge linden 25.-, Sprenger v. Eijk, Vaderl. Spreekwoorden 7.90, - de Jager, Verscheidenheden Taalkunde 3.40, - Meijer, Taalk. Verhandelingen, - Brill, Hollandsche Spraakleer 6.60, - Alb. Thijm, Ned. Spelling, - Changuion,
page: 175
De Ned. Taal in Z. Afrika, - Kramers, Kunstwoordentolk 9.- (3e druk 1863), - Jonckbloet, Gesch. d. Middeln. Dichtkunst, - Jonckbloet, Middelned. Epische Versbouw 2.-.
Voorts verschenen de volgende tijdschriften:
De Unie, uitgeg. door de Onderwijzers-vereeniging in Zuid-Holland 1.40 (1842), - Wetenschappelijk Tijdschrift voor de studie der Paedagogie 2.60 (1843), - De Schoolbode 4.80 (1843-47), - De Leerschool. Tijdschrift voor Kweekelingen 2.- (1844-48), - Nederlandsch Tijdschrift voor onderwijs en opvoeding 2.- (1844-66), - De Wekker. Weekblad voor het onderwijs en de opvoeding 4.- (beg. in 1844), - Magazijn voor Nederl. Taalkunde 2.50 (1847-53), - De Volksschool. Tijdschrift voor jeugdige onderwijzers 2.50 (1847-56), - Archief voor Nederl. Taalkunde, verz. door de Jager (1847-56).
En het Jaarboekje voor Hooger-, Middelbaar- en Lager onderwijs, door Buddingh 1.80 (1843-46).
Algemeene oude en nieuwe Letterkunde.
Dion. Chrysostomi Olymp., ed. Geel 5.-, v. Limburg Brouwer, Grieksche Mythologie 1.80, - Tydeman, Oost. West. en Noordsche Mythologie 2.20, - Hulleman, Duridi Samii quae supersunt 2.80, - Hulleman, Symbolae litterariae 6.60, - Hofmann Peerlkamp, Virgilii Aeneis 10.-, Ekker, Plutarchus 1.80, - Bake, Scolica Hypomnemata 6.40, - Hofmann Peerlkamp, Horatii Epistolae 3.-, Mahne, Supplem. ad Epistolas Rhunkenii 1.20, - Miscellanea philologica 2.50, - Spakler en Heemskerk, Oude Letterkunde, - D. J. v. Lennep, Hesiodi Theogonia, - Tregder, Gesch. der Gr. en Hom. Letterkunde.
Juynboll, Letterk. bijdragen, - Lulofs, Zamenspraken van Erasmus, - Klikspaan (Kneppelhout), Studententypen (le druk 1841, 3e 1872, 4e 1876), - Kneppelhout, In den vreemde, - v. Kampen,
page: 176
Verhandelingen, - Geel, Het Proza, - v. Kampen, Bloemlezing Hoogd. Letterkunde, - v. L. Brouwer, Een Ezel en eenig speelgoed, - M. de Vries, Hooft''s Warenar, - M. de Vries, Der Leken Spieghel1In 1843 vestigt zich de Vereeniging ter bevordering van Oud-Nederl. letterkunde, waarvan de uitgaaf van Der Leken Spieghel de eerste vrucht was. Later volgden: van Maerlant, Dboec van den Houte (door Tideman), Roman van Karel den Groote (door Jonckbloet), Der Minnen Loep (door Leendertz), Roman van Walewein (door Jonckbloet), van Maerlant, Leven van St. Franciscus (door Tideman)., - Lulofs, Handb. Ned. Letterkunde, - des Amorie v. d. Hoeven, Redevoeringen, - Schrant, Redevoeringen, - Halbertsma, Letterk. Naoogst, - Jean Paul, Beelden en gedachten, - Veegens, Bloemlezing Naderl. Prozaschrijvers, - v. d. Palm, Verhandelingen, - M. C. v. Hall, Gemengde Schriften, - Lulofs, De declamatie, - Klikspaan, Studentenleven (1e druk 1844, 3e 1873, 4e 1876), - Duizend en een nacht. Arabische Vertellingen, met 2000 houtgravuren, (bij C. v. d. Post Jr. 1847) 23.202Herdruk van de vroeger bij Gebr. Diederichs verschenen uitgaaf., - Duizend en een Nacht, in het Javaansch vertaald door Roorda 21.-.
Dichtkunst.
Da Costa, 25 jaren, - Meijer, De Boekanier (2e druk 1847, 3e 1861, 4e 1873), - ten Kate, Byron''s Gjouwer, - Jacob v. Dam, N. Gedichten, - Beets, Ada van Holland, - Beets, Proza en Poëzy, - ten Kate, Ahasverus, - Potgieter, Liedekens van Bontekoe, - Tollens, Verstrooide Gedichten, - Hofdijk, Egmond, - Hirschig, Oude liefde, naar Tibullus, - v. d. Hoop, Columlus, Engelen, Zedel. Vertoogen van Horatius, - v. Zeggelen, De Valkenvangst, - v. d. Bergh, Eric XIV, - ten Kate, Zangen des tijds, - v. Someren, De St. Elisabethsnacht, -
page: 177
v. Halmael, De Schieringers en Vetkoopers, - Helv. v. d. Bergh, De Nichten, - ten Kate, Maria Magdalena, - Groen v. Prinsterer, Vaderl. Zangen, - v. Lennep, De Bouwkunst, - Spandaw, De invloed des gevoels, - Hofdijk, De Bruidsdans, - da Costa, Bilderdijk''s Ondergang der eerste wareld, - Pruimers, Rijmen 2e druk, - Schipper, Engelin, vergeet mij niet, - Poëtische Bibl. Duitsche Dichters: Schiller''s en Goethe''s Werke1Nadruk (Schultze & Voermans)., - Bloemen uit den lusthof der Vad. Poëzy (2e druk 1853, 3e 1862, 5e 1869, 6e 1877), - van Lennep, De slag bij Coevorden, v. Zeggelen, Een avondpartij, - v. d. Bergh, Bijron''s Zeeroover, - Leesberg, Herdersdichten, - Loosjes, Dramatische Dichtwerken, - v. Goethem, Milton''s Verloren Paradijs, - Greb, N. Gedichten, - Lentz, Christelijke Gedichten, - v. Zeggelen, De Ridder en de Dame, - Tollens, De Overwintering, geïllustreerd2Niet geïllustreerd 5e drak 1851, 11e 1879. Dit gedicht verscheen het eerst inde werken der Holl. Maatsch. van fraaije Kunsten en Wetenschappen, als bekroond prijsgedicht, in 1819., - v. d. Kasteele, Dichtwerken, - Baven, Dichtlooveren, - B. Janssonius, Lentebladen, - Schipper, De Liereman, - Alberdingk Thijm, Drie Gedichten, - M. de Vries, Cats'' Dichtwerken 28.- (1843-54), - Helv. v. d. Bergh, Hieronymus Jamaar, - Sifflé, N. Gedichten, - v. d. Bergh, Edmunds Mandoline, Lesturgeon, Verstrooilingen, - ter Haar, Huibert en Klaartje, geillustreerd (3e druk 1858), - Heije, Kinderliederen op muziek, - Arend, Fingal, naar Ossian, - Engelen, Staatshervormen, - da Costa, Alfonsus I 2e druk, - Wijsman, Lenteloover, - v. Zeggelen, Lach en Luim (3e druk 1851), - v. Lennep, Ruwaardes Geertruida, - ten Kate, Legenden en Mengelpoëzy, - Alb. Thijm, De Klok van Delft, - da Costa, Feestliederen 2e druk, - Alb. Thijm, Legenden en Phantasiën, - v. d. Broek, De Schipbreuk, - Heije, Sprookjes uit de
page: 178
oude doos, - van Lennep, Nederl. Legenden (3e druk 1885), - Bijbelsche Vrouwen, Dichterlijk Album (2e druk 1853, 3e 1869), met staalgravuren1Bijbelsche Vrouwen (1847). Een gelukkige onderneming in een tijd toen het publiek nog hart had voor gemoedsleven en poëzij. Door deze bijschriften bij platen zijn meesterstukken ontstaan (Beets'' Eva, da Costa''s Hagar, ter Haar''s Hanna), die onze letterkunde niet zou hebben, indien de fraaie gravures de dichters daartoe niet hadden opgewekt.Ongeveer 2000 exx. werden van deze kostbare bundels verkocht.De uitgaaf met platen kostte ƒ 15678.70., - Schimmel, Twee Tudors, - da Costa, Poëzy 2e druk, - da Costa, Wachter, Wat is er van den nacht, da Costa, Zangen, - Meijer, Heemskerk (2e druk 1860, 3e 1873), - Tollens, Een Bedelbrief, - ten Kate, Parijs, - Beeloo, Gods oordeelen, - da Costa, 1648 en 1848, - Spandaw, Vooruitgang, - Beeloo, 1572, 1672, 1772, - ten Kate, Het Juni-oproer, - v. d. Bergh, Een Dichtbundel voor mijn Vaderland, - Hirschig, Verhalen in poëzy, - Boxman, Blik op Europa, - Messchert, De Gouden Bruiloft, geillustreerd (niet geill. 3e druk 1855, 4e 1876), - Schimmel, Gondebald, - Tollens, Laatste Gedichten, - ten Kate, De Durgerdamsche Visschers, - Hofdijk, Een Kunstenaarsidylle, - Alb. Thijm, Palet en Harp, - Hofdijk, De Jonker van Brederode, - Schimmel, Joan Wouters, - Schimmel, Giovanni di Procida, - Messchert, Nagelaten Gedichten, - ter Haar, De St. Paulusrots (drie drukken spoedig na elkaâr).
Romans en Verhalen.
Clemens, Schetsen en Verhalen, - Clemens, Herinneringen en Ontmoetingen, - De Vries, De Atheist, Honig, Catharina Hermans, - Bosdijk, De Waardin, - Sloos, de Procureur, - Nepveu, Bertha Coppier, - Bosdijk, Het jaar der dwaasheid, - van Buren Schele, De Rinaldo van het Noorden, - van Lennep,
page: 179
Ferdinand Huijck, - De Minderbroeders, - Mej. Hasebroek, Twee Vrouwen, - de Wilde, De Vragener Kapel, - Appeltern, De Grot van Tosto, - Steenbergen v. Goor, De mensch en de misdaad, - van Loon, Tooneelen uit het Strafregt, - Mej. Toussaint, Het Huis Lauernesse (2e druk 1842, 3e 1843, 7e 1878), - Vriesaard, Schetsen uit de Regtzaal, - Storck, Het Beleg van Steenwijk, - Clemens, Een nieuw boek, - Waning Bolt, Romant. Tafereelen, - van Rehberg, August, - de Vries, Achttien eeuwen, - van Spall, De familie Ekenstein, - Mispelblom, Luik in 1830, - Storck, De Nederlanders bij Chattam, - van Linde, Broederhaat en Wraakzucht, - Bosdijk, Ignatius, - Bergeijk van Hulst, Rom. Verhalen, - Mej. Hasebroek, De Bedevaartgangers, - Christemeijer, Mengeloogst, - Ribe, Doreslaar, - Beekman, Het slot Karelslust, - van Buren Schele, De wilde jager, - van Heijden, De Intriganten, - De Kaleidoskoop van Jonas, - van Loon, Nieuwe tooneelen uit het Strafregt, - Bange, Tafereelen Dorpspredikant, - Toussaint, Eene Kroon v. Karel den Stoute (2e druk 1865), - van Linde, Rochus Meeuwiszoon, - Vriesaard, Tooneelen Regtzaal en Kerker, - Mevr. Ern. van Beijeren, Karolina Bergfeld, - Molton, Gedenkschriften van een Regtsgeleerde, - Immerzeel, Balthasar Knopius 2e druk, - van Buren Schele, Adolf van Gelder, - Gijsberti Hodenpijl, Willem van Bergen, - van Rehburg, Imagina, Honig, Rom. Tafereelen uit de Zaanlanden, - Krabbendam, Schaduwtrekken, - de Vries, Het Testament, - van Loon, Schetsen uit het menschel. leven, - Krabbendam, Olivier van Noort, - de Vries, De vinger Gods, - Pieter Jacobs, De Minnezanger, - van Koetsveld, De Pastorie van Mastland1Vijf drukken spoedig achtereen, 6e druk 1863, 7e druk 1874. De drie eerste drukken waren in groot 8o, elk met een oplaag van 600 exx., de drie volgende elk van 1500 exx., de 7e van 2000 exx., - Ern. v. Beijeren, De Armbanden, - De Smidsdochter van Naarden, - de Wilde, Het
page: 180
Pestkerkhof, - van Linde, De verloofde van den Watergeus, - Toussaint, Verspreide Verhalen, Waldhouwer, De twee Vaandrigs, - de Vries, Edmond, - van Linde, De Pleegdochter, - van Loon, N. Schetsen, - Ida Nosten, - de Vries, De Eed, - Sloos, De Bastaardbroeders, - van Renberg, Mijn reiszak, - De Stins Voorst, - van d. Eikenhorst, Verborgenheden van Amsterdam, - van Buren Schele, Nederland in 1672, - Krabbendam, Claes Compaen, - Dijk, De slapende in den Haarl. Hout, - v. Rijswijk, De familie Lecroix, - Physiologie van den Haag, - Amsterdam in 1566, of Geloof en Berouw, - Toussaint, Ximenès, Alba, Orsini, - Machteld van Woerden, - de Vries, Gustaaf of het Brandmerk, - Een Drenthsch Assessor op reis, - Boudewijn, Jonge Juffrouwen (2e druk 1875), - de Vries, Een Man en eene Vrouw, - Boudewijn, Bloemlezing, - Ern. van Beijeren, Eerzucht en Vrouwenwaarde, - de Vrij, Hendrik van Bronkhorst, - Anton, Lectuur voor Rijken en Armen, - Brederode, De Noormannen op Walcheren, - Dijk, Sophia van Berthout, - Kerning, De Vrijmetselaar, - Toussaint, Leicester in Nederland, - Donkersloot, Kantonnementsleven, - van Buren Schele, De Bastaarddochter, - De Jezuitenprooi, - Ern. v. Beijeren, Een Holl. Vrouw in Rusland, - de Quack, Marie de l''Ormeau, - de Vries, De Barbier van Pierchill, - Het jagtslot Hohenstein, - Henriette Marie L., Coquetterie, - Haselhoff, De vernietigde vloek, - De Proponent, - Storck, De Westfriezen in 1573, - de Vries, De 12e en 13e eeuwen, - Ern. van Beijeren, Levensstormen, - Ons Dorp, Schetsen, - Pater Gozewein en de twee huisgezinnen, - Blikken in de wereld, - Twee Vrienden, - Kneppelhout, Verhalen, - Koster, Adolf van Meliskerken, - Bosdijk, Bloemen en Vruchten, - Honig, Nicolaas Ruichaver, - Toussaint, Negen Verhalen, - de Vries, Verhalen, - Schetsen uit de Kosterie te Kleinhuizen, - van de Velde, De bruid van den doode, - Donkersloot, Droomen dar toekomst, - van Steenwijk,
page: 181
De Vagebond, - De Bruijn, Lotgevallen eener kleine familie, - van Brederode, Het halssieraad van den Prins, - van de Capelle, Hut Beleg van Oudewater, - Honig, Meyndert v. d. Thijnen, - van de Werken, De Erfenis, - v. d. Veen, Pauls verblijf op den Sperwerhorst, - de Vries, Helena, - van Buren Schele, De Keizersdochter, - Toussaint, Diana, - van Schaick, Geert, - Jongeheeren. Typen, - van Koetsveld, Godsd. en Zedel. Novellen (3e druk 1858, 4e 1875), - Boudewijn, Beelden en Schaduwen, - van Schaick, Jacob, - De Bruijn, Een Voogd en twee Pupillen, - de Vries, Samuel de Booze, - Carp. Alting, Garlak, - Strijd en rust, - Dijk, De Kapelaan, - Verhalen van Sikken, Kneppelhout en Boudewijn, - Dijk, De Burgtvrouw van Collendoorn, - Beekman, Een huisgezin, - van Spall, Een huiselijk tafereel, - De onechte Dochter, - v. Limb. Brouwer, Het Leesgezelschap te Diepenbeek (3e druk 1854, 5e 1879), - Toussaint, Mejonkvr. de Mauleon, - Jones, De zoon van den Bankier, - Bosdijk, Hoe men ''t verst komt, - Storck, Lotgevallen van een Officier, - Het Geweten en het menschelijk hart, - Thineus (T van Duinen), Ons Dorp (3e druk 1861), - Doctor Rovers in en buiten praktijk, - van de Werken, De Maleijer, - Hoek, Mina en Betsy (2e druk 1853), - Bruinses, Uit het leven, - van Schaick, Tafereelen uit het Drentsche dorpsleven (2e druk 1858), - Suz. Marie B., Twee gevangenen, - Honig, De wraak eener huishoudster, - Togten op mijn stoel, - van de Capelle, Schout Toppens, - Bosdijk, Achter de schermen, - De Kiezersclub van Nyvenheim, - Mijn kamer, door een student, - Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk, - Paul Jonas, - Lief en Leed, door Johannis, - Krabbendam, Het Huis te Leegh, - Ernst en Luim, Tooneelen uit het landleven, - Roses Reisverhaal, door een Neefje van Klikspaan, - Graaf Orlof''s Reizen, door een Neefje van Klikspaan, - Chonia (Kinderman), Wat er van Diepenbeek werd (2e druk 1858).
page: 182
Vertaalde romans van Dickens1Gebroeders Diederichs gaven in 1840 uit de Olivier Twist van Charles Dickens, zijn eersten roman.Spoedig daarop, in hetzelfde jaar, gaf H. Frijlink een prospectus in het licht van de Klok van Meester Humphrey, in klein fol. formaat, in twee kolommen en met houtgravuren van Bal. Deze uitgaaf schijnt gewijzigd te zijn wat vorm betreft; althans gedurende 1840-42 kwam dit werk uit in groot 8o en in afleveringen, tot drie deelen, met steendrukplaten.Omstreeks denzelfden tijd (1840) verscheen bij denzelfden uitgever Lotgevallen en ontmoetingen van Samuel Pickwick. Dickens'' werk was toen reeds in Engeland zoo beroemd, dat van dit boek, volgens Frijlink, in het oorspronkelijke al over de 200.000 exx. waren verkocht., Tromlitz, Lecomte, Spindler, Goldsmith, Dumas, James, Taylor, Grattan, Bray, Ingemann, Stolle, Biernitzky, Hauff, Hazlitt, Hook, Marryat, Andersen, Bulwer, Villiers, Cooper, Belani, Werg, Fr. Bremer, Hall, Jean Paul, Brot, Birch Pfeiffer, Masson, Sparre, Bechstein, Laurentz, Hess, Blessington, d''Arlincourt, Bernhardt, Lau, Leigh Hunt, Ellis, Trollope, Haller, Sue2De Verborgenheden van Parijs 17.-. Van De Wandelende jood verschenen twee vertalingen, beide van 19.60. - Een nieuwe, geillustreerde, uitgaaf verscheen in 1871. - Van Martyn de Vondeling verschenen drie vertalingen, een van 16.30, een van 14.80 en een van 10.50, en een Fransche nadruk bij Gebr. Diederichs. - Van De Zeven Hoofdzonden verschenen drie vertalingen, een van 16.70, een van 14.50 (de 3e werd gestaakt) en een Fransche nadruk bij Gebr. Diederichs., Sinclair, Stemberg, Wangenheim, Varese, Miss Mitfort, Howard, Crusenstolpe, Thornton, Ainsworth, Mouldy, Réfues, Norden, v. Schubert, Frohberg, Bird, Almquist, Bungener, W. Scott, Flygare Carlèn, Oettinger, Henriette Hanke, Spiesz, Herbert, Vidocq, Zschokke, Smith, Lubojatsky, Schoppe, Sommer, Reijnolds, de Geer, Hutchinson, Hanke, Cantu, Edgeworth, Lever, Hahn-Hahn, Whitehead, Fullerton, St. Hilaire, Herlossohn,
page: 183
Willkomm, Wildenhahn, Heller, Therbet, Smidt, Bronte, Miss Grey, Dornau, Schucking, Rau, Wetterberg, Schirges, Otto, Ware, d''Israeli, Warren, Rossini, Reybaud, Bornhauser, Sealsfield, Salzmann, Köhler, Saint Genois, Sherwood, d''Azeglio, Mühlbach, Williams, Kell, Gerstäcker, Scherr, de Feval, Melville, Carleton, von Bulow, Webb, Carew, van Horn, Ritsche, von Schubert, Gore, Fullerton, v. Sternberg, Mackenzie, Douglas Jerrold, Hackländer, Braun, Sprang, Marsh, Bury, Karr, Thackeray, Strauss, Scribe, Auerbach, Laurenz, Jewry, Mucke, J. Sandeau, Goudrécourt, Acton Bell, Berthet, Martin, Landelle, v. Horn, Palmblad.
Plaat- en Kunstwerken.
Album van Holl. en Belg. Kunstschilders (Weimar te ''s Hage 1844, - De Hollandsche Schilderschool (C. W. Mieling 1847), in 1848 voortgezet onder den titel van Hollandsch Schilder- en Letterkundig Album. Lithographiën van de voorn. Holl. schilders, met bijdragen van de voorn. Holl. schrijvers en dichters, 1848 en 1849, - E. J. v. d. Berg, Proportieleer, - Gecostumeerde Studenten-optochten te Leiden en te Utrecht. - Alex. Ver-Huell: Zijn er zoo? (N. uitg. 1876), Zoo zijn er, Op het ijs, De Visch en de Mensch.
Tijdschriften.
Algemeene Letterkunde.De Kunstkronijk 10.- (beg. in 1840)1De Kunstkronijk is van haar eerste optreden af tot voor weinige jaren een der belangrijkste tijdschriften in ons land geweest. Zij was dit om haar oorsprong, haar richting, haar goedslagen.In Maart 1840 vestigde zich te ''s Gravenhage, onder den naam van Maatschappij van Schoone Kunsten, een hoogst aanzienlijke vennootschap tot het drijven van boekhandel, waarop wij later terugkomen.Een van haar eerste uitgaven (Mei 1840) was de Kunstkronijk, een werk toegewijd aan de schoone kunsten, bestaande uit 12 vel druks in 4o, met geïllustreerden tekst, en 24 litographiën of gravuren, op chineesch papier. De prijs van den jaargang was 10.-, waarvoor de inteekenaar tevens kreeg een lot in een verloting van kunstwerken, bestaande uit een schilderij ter waarde van 1000.-, en voorts uit schilderstukken van minder kostbaarheid, aquarellen, teekeningen, geïllustreerde werken, boeken, gravuren en lithographiën, zonder nieten. Deze uitgaaf ging buiten den gewonen boekhandel om, maar werd verspreid door agenten in elke stad, een maatregel, die in het begin de boekverkoopers, en in hun naam de Vereeniging, in het harnas joeg en niet weinig geschrijf en gewrijf uitlokte. Niettegenstaande deze tegenkanting verkreeg de Kunslkronijk, vooral ook om haar loterij, reeds spoedig een getal van 1200 inteekenaren, welhaast nog aanzienlijk vermeerderd, toen de directie besloot om ook de boekverkoopers, tegen het gebruikelijk rabat, tot medewerking uit te noodigen. - Een groot deel van dezen bijval had de Kunstkronijk dan ook met recht te danken aan haar echt nationaal doel. "Zij wilde", zoo als haar program meldde, "in eene Volksgalerij de beeldtenissen der groote mannen van Nederland vereenigen; zij wilde de kunstschatten der groote steden zoowel als die, welke in verzamelingen van voorname liefhebbers worden aangetroffen, aan het algemeen doen kennen." Haar eerste jaargang, onder redactie van Florent van Ghent, bevatte een aantal houtsneden van keurigen arbeid. In den 2en jaargang, onder redactie van H. S. J. van Weerden, werd ook meer zorg besteed aan den tekst, vooral door de medewerking van J. A. Alberdingk Thijm, die toen onder de initiaal M zijn kunstkritische loopbaan begon.Deze adellijke associatie, wat wel te verwachten was geweest, duurde nochtans niet lang. Zij gaf tevens allerlei kostbare boeken uit, verloor heel wat geld, kreeg in eigen boezem tweedracht en twist, en werd reeds in April 1843 ontbonden, met het in veiling brengen harer fondsartikelen en drukkerij. C. G. Withuijs, secretaris der commissie van deelhebbers, werd tot liquidateur der onverkochte fondsartikelen en tegelijk tot directeur van de Kunstkronijk en van de houtsneeschool (waaraan aanvankelijk 50 jongelieden verbonden waren) aangesteld, te beginnen met 15 Januari 1844. Maar ook deze vreugd was kort. In Maart daaraanvolgende bedankte Withuijs reeds en nam Mr. T. H. C. Drieling het roer in handen, stellende de Kunstkronijk onder de redactie van J. J. L. ten Kate en de houtgraveerschool onder leiding van P. G. Mensinga. Deze laatstgenoemde vond evenmin rozen op zijn pad, bedankte ook, en in December 1844 adverteerde Mr. Drieling, dat de loopende 4e jaargang van de Kunstkronijk, 1843-44, geliquideerd zou worden door de firma J. van Daehne & Co. te ''s Gravenhage, terwijl K. Fuhri voortaan eigenaar geworden was van de Kunstkronijk en van de houtsneeschool, met al haar vervaardigde gravuren ten getale van 3000.Van nu af was het beleid in betere handen. Fuhri aanvaardde zijn taak niet alleen als helderziend en geestdriftig koopman, maar tevens met het geweten van den degelijken uitgever. Hij verklaarde openlijk in een circulaire aan den boekhandel, dat het hem niet van het hart kon, een schoone inrichting als die van de houtsneeschool thans, nu zij juist haar bloei te gemoet ging, te zien verbrokkelen; dat hij ook in de uitgaaf van de Kunstkronijk, met haar verloting, een gewichtig middel zag om kunst en boekhandel te bevorderen, zoowel ter vermeerdering van kennis en smaak, als tot het in wandeling brengen van vaderlandsche schilderijen, het vervaardigen van lithographiën en het verkoopen van een groot getal boeken als prijzen in de loterij. Ten einde ernstig op zijn doel af te gaan zou hij geen kosten ontzien; hij nam de school over met haar nog overgebleven 20 leerlingen onder de bekwame maar dure leiding van prof. Brown en H. F. C. ten Kate; hij had zijn broeder E. Fuhri overgehaald, diens drukkerij van Utrecht naar den Haag over te planten, en verbond zich ten behoeve van de Kunstkronijk telken jare voor 200 hout-illustraties, 24 keurige lithographiën bij Mieling, en ten behoeve der loterij voor minstens 24 schilderijen, aan te koopen op de tentoonstellingen te Amsterdam, ''s Gravenhage en Rotterdam, en voorts uitmuntende gravuren, steendrukplaten, kostbare boeken en muziekuitgaven; alles vooraf ten toon te stellen in een gebouw te ''s Hage, en te doen verloten ten overstaan van een notaris.Daartegenover beval hij zijn inrichting aan tot het leveren van allerlei soort van houtgravuren, voor wetenschap en kunst, voor typographische versiering, culs de lampe, vignetten, bovenal platen voor tijdschriften en illustraties, ter vervanging van zooveel gebrekkigs, dat ons zoo ver bij het buitenland deed achterstaan.Het laatste plan mocht niet gelukken. Het publiek had nog bitter weinig oordeel over slechtere of betere houtgravuren en bleef zich vergenoegen met het werk, waaraan het tot heden toe gewoon was. De dure houtgraveerschool kreeg geen werk en kon alzoo niet lang blijven bestaan. Fuhri''s nobel doel, om hier te lande dezen alouden tak van kunstnijverheid te doen herleven, leed schipbreuk, en na een korte maar kostbare poging moest hij zijn school opheffen, terwijl hij voor zijn eigen geïllustreerde werken, en andere uitgevers met hem, voortaan de noodige houtgravuren liet vervaardigen op het bloeiend etablissement van Vermorcken te Brussel.Beter ging het met de Kunstkronijk. Fuhri begreep als koopman, dat een tijdschrift, geheel gevuld met kunstberichten en kritiek, geen groot publiek kon vinden, en zonder nu die richting te verlaten, maakte hij toch den inhoud gaandeweg smakelijker door letterkundige bijdragen, novellen en dichtstukken van onze voornaamste letterkundigen, met illustraties opgeluisterd. Ook zijn verloting maakte hij aantrekkelijker door er meer afwisseling van voorwerpen in te brengen, altoos evenwel met dien verstande dat er geen prijs werd aangekocht, die niet in zich zelf een artistieke waarde had. Om mededinging af te sluiten kocht hij in 1846 het Hollandsch Schilder- en Letterkundig Album, dat in gelijken geest door Mieling werd uitgegeven. Met 1850 werd dit bij de Kunstkronyk ingesmolten en deze onder redactie gesteld van J. van Lennep, S. J. van den Bergh en E. M. Calisch. Om te doen uitkomen, dat zijn uitgaaf niet bloot een speculatie was, maar wel degelijk de algemeene kunstontwikkeling mede op het oog had, schreef Fuhri in dat jaar een prijsvraag uit voor een drama en een blijspel, in proza of poëzij. De beoordeeling werd opgedragen aan H. Tollens Cz., Mr. J. van ''s Gravenweert en Mr. J. van Lennep. De beide best gekeurden zouden elk ontvangen een premie van ƒ 200.- en geïllustreerd worden opgenomen in de Kunstkronyk, terwijl de opvoering op het Nederl. tooneel gewaarborgd werd. Jammer, dat er niets anders dan middelmatigheden inkwamen en een bekroning dus achterwege moest blijven.In 1851 maakte Fuhri gebruik van de eerste wereldtentoonstelling te Londen, om daar, ten behoeve zijner loterij, een aantal voorwerpen aan te koopen, bij uitsluiting uit de Hollandsche afdeeling, waardoor de vaderlandsche industrie erkend, en de kunstwaarde der prijzen verzekerd werd; altijd schilderijen en teekeningen als prijzen op den voorgrond houdende. Hetzelfde gebeurde op de wereldtentoonstelling te Parijs, vier jaar later. Fuhri toonde, ook ten bate zijner Kunstkronyk, een ontzaglijke werkkracht, en al stapelde hij zijn ondernemingen de een op de ander, niemand zal hem kunnen beschuldigen, dat hij niet aan allen zonder onderscheid haar eischen gaf. Met een stortvloed van keurig geïllustreerde prospectussen, advertentiën, biljetten; met onvermoeibare pogingen door reizen, tentoonstellingen, allermeest door onberispelijke zorg voor tekst en platen, bracht hij zijn Kunstkronyk tot aanzienlijke hoogte, hield hij eigen belang op het oog, maar bevorderde hij tegelijk in niet geringe maat de belangen van kunst en kunstenaars, en verloste hij menig broeder-uitgever, ten behoeve zijner loten, van een aantal mooie boeken, die onverkocht op den zolder lagen.Door ongelukkige omstandigheden genoopt moest hij in 1855 zijn Kunstkronyk van de hand doen en werd de uitgaaf van 1856 af door A. W. Sijthoff voortgezet.Deze, een waardig leerling van zijn voorbeeldigen patroon, drukte diens voetstappen, ook bij de voortzetting van dit tijdschrift. Sijthoff bleef den inhoud van tekst en platen met evenveel ijver en zorg behandelen. Aan de verloting wijdde hij zijn handelsgeest nog meer. Den geest van den tijd volgende, koos hij minder schilderijen tot prijzen, maar prikkelde de begeerlijkheid van het groote publiek door blinkende stukken zilver en smaakvolle meubelen, die hij in alle grootere steden deed ten toon stellen, en colporteerde daardoor te gelijk zijn Kunstkronyk. Ook vond hij gaandeweg gelegenheid om door de loterij een menigte van zijn eigen en andere fondsartikelen op te ruimen. Op die wijs handhaafde het tijdschrift zijn ouden roem, en verheugt zich, dank zij ook den lokvink, de loterij, nog in een bloeiend leven.Maar alles behalve alléén trok de loterij de aandacht van het groote publiek. Ook de inhoud van de Kunstkronyk behield voortdurend haar waarde. Sijthoff besteedde daaraan zijn beste zorgen. Van 1857-1874, onder redactie van T. van Westrheene, C. Vosmaer, G. Keller en Dr. J. ten Brink, hield zij zich roemvol staande, terwijl de medewerking en het toezicht over de platen door den bekenden kunstkeurigen schilder Simon van den Berg niet weinig toebracht aan haar verdienste als plaatwerk. Daaronder behooren wel in de eerste plaats de 32 etsen van William Unger, welke artist door het kloek initiatief van Sijthoff zich had laten bewegen om naar Nederland te komen en daar die heerlijke etsen te vervaardigen, die zoowel in de Kunstkronyk als in afzonderlijke uitgaven, bij Sijthoff en Buffa verschenen, de meesterstukken van onze schilder-school onder moer algemeen bereik brachten. Sedert 1875 zijn het grootendeels de platen, die waarde aan de Kunstkronyk geven; de tekst wordt voornamelijk door vertalingen van buitenlandsche novellen ingenomen., - Museum of Verzameling van uitgezochte Verhalen 2.75 (1841-44), - Het Instituut.
page: 184
page: 185
page: 186
page: 187
page: 188
Verslagen en mededeelingen, uitgeg. door de vier klassen van het Kon. Ned. Instituut 4.35 (1841-46), - Le Musée littéraire 3.50 (1841-44), - Holland. Oorspronkelijk Tijdschrift 3.- (1842), - De Honigbij, of Bloemlezing op het gebied van Wetenschap, Kunst en Smaak 3.90 (1842-61)1De Honigbij. Bloemlezing op het gebied van wetenschap, kunst en smaak, opgericht in 1842 door Joh. Noman & Zoon, was een maandwerk van gemengden inhoud, even als zoo menig ander, zonder zich te onderscheiden door iets bijzonders; een onderneming, die haar opgang zocht in leesgezelschappen en in gezinnen, die er een huisbibliotheekje op nahielden. De lijst van inteekening had aan haar hoofd een prospectus, dat natuurlijk breed opgaf van al het boeiende en onmisbare, dat in dit nieuwe tijdschrift gegeven zou worden, tegen den buitengewoon goedkoopen prijs van 3.90, 8 à 12 platen daaronder begrepen; maar het trok de aandacht vooral door een met blauwen inkt gedrukten bevalligen bloemrand, waarboven een korf, die een aantal bijen liet zwerven rondom het volgende bekende motto, dat te gelijk een protest beteekende tegen den veldwinnenden smaak van tijdschriften die zich voor een groot gedeelte met kritiek gingen bemoeien:''t Naarstig honigbijtje vloog
IJvrig heen en weêr, en zoog
''t Geurig sap uit alle bloemen.
"Bijtje", sprak een herderin,
"Schoon ik uwe vlijt bemin,
"Kan ik uw gedrag niet roemen:
"Menig bloempje, schoon van schijn,
"Is vol doodelijk venijn!" -
"Ach", sprak zij, "mijn herderin,
"Al ''t venijn laat ik er in!
, - Polymnia 6.- (1842-43), - Nederlandsch Letterblad 3.- (1842-44), - Kabinet van verscheidenheden 7.80 (1843), - Erina. Nederlandsch Magazijn voor Vrouwen 6.- (1843-51), - Braga. Dichterlijke
page: 189
mengelingen 2.40 (1843-44)1Braga. Een tijdschrift heel in rijm, 10 December 1842 verschenen bij de firma Paddenburg (K. D. de Haas) te Utrecht, maakte in zijn tijd heel wat opschudding. Het had zijn ontstaan te danken aan letterkundige veete en vijandschap tusschen de dichters van het jonge Holland, die aan de Leidsche Akademie, en van twee andere groepen die te Utrecht en te Groningen studeerden. Beets, Hasebroek e. a., met hun navolgers, brachten een sentimenteele romantiek in de mode en wonnen zich daarmeê een naam, terwijl de andere partij een meer natuurlijke en klassieke richting aanhing, maar weinig gehoor vond. Uit die jaloerschheid werd de geestige Braga geboren. In het striktste geheim, een geheim dat eerst ten volle in 1883 ontsluierd werd, vereenigden zich twee jonge literatoren, A. Winkler Prins, pas als doopsgezind predikant beroepen te Tjalberd in Friesland, en J. J. L. ten Kate, theol. student te Utrecht, tot het samenstellen van een hekel-tijdschrift, waarvan aan de firma Paddenburg de uitgaaf opgedragen werd, op voorwaarde dat de uitgever 1/3 en de redactie 2/3 van de winst zouden genieten. Het verscheen in folio formaat in nommers van vier bladzijden, om de veertien dagen, en zou per jaar 2.40 kosten. Ombarmhartig zwaaide het de geeselroê over de sentimenteele poëten en hun poëzij, en dat wel in vormen zoo scherp en zoo meesterlijk, dat het in de letterkundige wereld groote opspraak wekte, en men angstig vischte, wie toch wel de vermomde schrijvers mochten zijn. Later bleken (zie de voorrede van de nieuwe uitgaaf in 1883), dat dit voor het grootste gedeelte waren ten Kate en Winkler Prins, geholpen door Leendertz, Dronrijp Uges, Kretzer, en eenige weinige anderen. Zoo als het meer gaat: redacteuren en uitgever hadden zich van deze frissche, aan den weg timmerende editie gouden vruchten beloofd, niet berekenende, dat deze hekelverzen alleen binnen een kleinen kring opzien zouden baren en dat het groote publiek zich al heel weinig met dezen strijd bemoeien zou. De uitgever schrijft met teleurstelling, dat er bij de verschijning van no 4 nog geen 60 inteekenaren waren, maar dat het debiet na vijf maanden tot 160 exx. geklommen was. Bij het eind van den 1en jaargang bedroeg de winst 126.40, waarvan de uitgever kreeg 42.13, en de rest moest verdeeld worden tusschen de beide redacteuren. De onderneming was dus alles behalve een goudmijntje gebleken.Deze minder gunstige uitslag en de drukker studie, die vooral ten Kate te gemoet ging, veroorzaakten, dat de twee oorspronkelijke stichters zich van de redactie terugtrokken en de 2e jaargang onder de geheime leiding gebracht werd van den toenmaligen doopsgezinden doctorandus te Utrecht (later professor) J. G. de Hoop Scheffer en den vroeggestorven 2en Luitenant der Genie Hendrik Kretzer. Winkler Prins, Leendertz, Kerbert, werkten van tijd tot tijd nog mede, maar de Braga werd kalmer, gewoner, verloor van lieverleê haar scherpen kritischen aard en verdween met haar tweeden jaargang. In 1854 verscheen bij Post Uiterweer een bloemlezing onder den titel van Bragiana en in 1883 een herdruk van den geheelen Braga in klein 8o bij A. ter Gunne, met openbaring van de geheele geschiedenis en van al de namen der geestvolle schrijvers., - De Huisvriend, verzameld
page: 190
door Goeverneur 3.- (beg. in 1843), - De Referent 7.- (1843-44)1De Referent. Frederik Muller had zich nauwelijks, in 1843, als antiquaar te Amsterdam gevestigd, of hij gaf ook al aanstonds als uitgever blijk van de degelijke wijs, waarop hij zijn handel begeerde te drijven. Met dat doel richtte hij een tijdschrift op onder bovengenoemden titel. Eenvoudig en zonder ophef wijst hij in zijn prospectus erop, dat de stichting van dit tijdschrift was om de vaderlandsche beoefenaren en voorstanders der wetenschappen geregeld bekend te maken met het nieuwste hetgeen er, zoowel binnen- als vooral buitenslands, in de geleerde wereld zou voorvallen, en op de gewichtigste dier verschijnselen meer bepaald de aandacht te vestigen. Met dit oogmerk werden in De Referent in de eerste plaats aankondigingen en verslagen of overzichten van nieuw verschenen wetenschappelijke werken gegeven, en berichten nopens ontdekkingen, reizen, geleerde genootschappen, personen, prijsvragen enz. enz. medegedeeld. Bij een en ander zou inzonderheid spoed en volledigheid in het oog gehouden worden. Voorts werd in De Referent, onder de rubriek Aanvragen en Mededeelingen, aan de vaderlandsche geleerden de gelegenheid opengesteld om kosteloos hun onderzoekingen, opmerkingen wegens betwiste punten enz. mede te deelen, of aanvraag te doen naar zeldzame boekwerken enz. Een tijdschrift in dezen geest moest inzonderheid welkom zijn aan diegenen onzer geleerden, die, op kleine plaatsen gevestigd, buiten rechtstreeksche aanraking waren met ''s rijks hoofd- of academiesteden en alzoo aan dergelijke hulpmiddelen behoefte hadden, wilden zij den gang van hun vak van studie geregeld gadeslaan en volgen.De Referent, groot 4o in twee kolommen gedrukt, zou driemaal ''s maands uitkomen in nommers van 8 bladzijden, elke jaargang voorzien van de noodige registers, tegen den prijs van hoogstens 10.-.Hetzij dat die prijs te hoog was of het belangstellend publiek te klein, De Referent mocht maar twee jaren bestaan, tot schade, maar tot eer van zijn uitgever., - De Flaneur. Letterkundige en algemeene Kunstbeschouwingen,
page: 191
Verhalen en Typen 3.- (1843), - Payne''s Universum 6.- (1843-50)1Ter aanmoediging van het debiet beloofde de uitgever bij het 3e deel een premieplaat, staalgravure door den graveur A. H. Payne, voorstellende "den aanval eens leeuws op een jager te paard", van 48 bij 66 Ned. duim, "een kunstsieraad ter versiering van elke kamer." Reeds dadelijk bij de uitgaaf had de uitgever het premiestelsel (maar alleen voor boekverkoopers) toegepast. Wie hem 5 exx. bestelde, kreeg voor 11.- boeken uit zijn fonds; 10 exx. voor 25.-; 20 exx. voor 51.-., - Geïllustreerde Courant 5.90 (1844 alleen no 1-26), - Leliën. Lectuur voor jonge lieden 6.- (1844), - Historisch en romantisch Album 4.- (1844-57), - De Tijdspiegel 7.20 (beg. in 1844)2De Tijdspiegel, uitgegeven bij K. Fuhri, in 1844, ging uit onder de leiding van B. T. Lublink Weddik en K. N. Meppen, die evenwel hun namen als redacteuren op den titel verzwegen. Hij werd aangekondigd als Een nieuw papieren kind van den Ouden Saturnus en stelde zich ten doel om ("verwaand genoeg", zei het prospectus, "maar toch waarlijk zonder aanmatiging") op humoristischen toon, door ernst en scherts, de verschijnselen op staats-, kerkelijk en letterkundig gebied te weêrspiegelen. Al namen de redacteuren gaarne bijdragen van anderen op, zooals bijv. in het eerste deel Boudewijn''s gevoelige schets de Winkeldochter, toch waren de beide eerste jaargangen bijna geheel van hun hand. De Tijdspiegel was het orgaan van een gematigd liberalisme, en had als zoodanig een bepaald karakter, dat hem van andere tijdschriften daardoor onderscheidde. In vorm teekende hij zich af door gemoedelijke satire, waarvan in die jaren de beide redacteuren, met Heldring, Boudewijn (J. L. van der Vliet), o. a. de verdienstelijke vertegenwoordigers waren. De Tijdspiegel vond, om zijn richting en toon, reeds aanstonds bijval en werd gretig in leesgezelschappen opgenomen. Ook besteedde de uitgever er alle mogelijke zorgen aan. In 1853 ging het eigendom van de Tijdspiegel over aan D. A. Thieme, en met 1857 kwam de redactie in andere handen. Thieme hield tot zijn dood toe zijn lievelings-tijdschrift in eer. Gelijk het tot op den huidigen dag in eer gehouden blijft., - Huisboek der zamenleving 5.40 (1845), -
page: 192
De Tijd. Merkwaardigheden der Letterkunde en Geschiedenis van den dag. Red. Boudewijn 10.50 (1845-64)1Zie later J. L. van der Vliet., - De Echo der buitenlandsche schrijvers 13.- (1846-48), - Leesmuseum voor Roomsch Katholieken 3.- (1846-58), - De Vlinder. Keur van historische en romantische verhalen 4.60 (1847-48), - De Criticus. Tijdschrift voor satire, ironie en humor 4.50 (1847-48), - De Maandroos. Museum voor de jeugd 3.- (1847), - De Dorpsbibliotheek. Lectuur voor hoofden en harten 4.- (1848-56), - Flora. Tijdschrift voor Dames 6.- (1848-56), - Onze Tijd 6.- (1848-76)2Onze Tijd. Merkwaardige gebeurtenissen onzer dagen. Zamengesteld door eene Vereeniging van letterkundigen (bij Gebr. Diederichs). Dit tijdschrift, een navolging van Unzere Zeit, begon in 1848. De aanloop van het prospectus levert een blijk, dat sommige maatschappelijke verschijnselen over alle tijden al vrij wel hetzelfde zijn. Althans wat in 1848 gezegd werd, kon evenzeer vroeger en later gezegd worden; het kon althans in onze dagen hetzelfde luiden:"Welke tijd is de onze?" zoo vangt het prospectus aan."Een tijd van spanning en van strijd, een tijd van vooruitgang, van gedurige worsteling met al wat bestaat. Op het gebied van wetenschap, godsdienst en kerk de eisch tot vrijer beweging tegenover oude leerstelsels en eigenmagtige leidslieden. In de staatkunde het ontwaken der onderscheidene nationaliteiten tegenover het bestaande statenstelsel. In het innerlijke leven der volken, bovenmenschelijke pogingen om de deelneming aan wetgeving en regtsoefening in wezentlijkheid te verkrijgen, tegenover een waanwijze bureaucratie en een onbuigbare, verblinde autocratie, welke hare magt naar het getal bajonetten telde, dat ter harer beschikking stond. In de maatschappij zelv'': de diepe klove tusschen arm en rijk; van over-voortbrenging der nijverheid en weelde tegenover de bitterste armoede; de denkbeelden van persoonlijke vrijheid en gelijkheid tegenover de almagt des kapitaals en de voorregten der erfelijke aristocratie."Volgt een betoog over het gewicht der Fransche omwenteling, waarvan de gevolgen niet te berekenen zijn, en die het tijdschrift Onze Tijd gaandeweg in allerlei richting bepalen wil. Aan dit beginsel getrouw, was Onze Tijd een der degelijkste tijdschriften., - Hollandsch Schilder- en Letterkundig Album. Red.
page: 193
van Lennep e. a. 13.60 (1848-49), - De Telegraaf. Letterkundig Weekblad. Red. Beima en Oudemans (1848), - Minerva. Letterkundig Weekblad (1848), - Geïllustreerd Weeknieuws (1848 no 1-13), - Het Zondagsblad (1849-62)1Zie later J. L. van der Vliet., - Gruno. Algemeen wetenschappelijk Tijdschrift 7.- (1849), - Nederland. Proza en Poëzy van Nederlandsche Auteurs 8.- (beg. in 1849)2Nederland, in 1849 uitgekomen bij W. H. van Heijningen, ging met 1854 over aan de uitgevers J. C. Loman Jr. te Amsterdam en N. de Zwaan te Utrecht: met 1856 aan Loman alleen. De eerste redactie was ongenoemd. Later waren redacteuren:1854-55 H. J. Schimmel.1856 N. Donker, J. A. Molster, H. J. Schimmel.1857-59 N. Donker, H. J. Schimmel.1860-63 N. Donker, H. J. Schimmel.1864 verandert de titel in Nederland, Verzameling van oorspronkelijke bijdragen van Nederl. Letterkundigen.1864-66 N. Donker, A. G. C. van Duijl, H. J. Schimmel.1867-70 T. van Westrheene Wz.1871 D. F. Tersteeg.1872 J. W. Straatman.1873- J. ten Brink.Sinds 1868 schafte de uitgever de platen af en breidde den tekst uit., - Vergeet mij niet. Romantisch Tijdschrift 3.- (1849-51), - Egeria. Maandschrift voor jonge lieden 3.- (1849-50).
page: 194
Tijdschriften.
Van gemengden inhoud en aard.De Militaire Spectator 6.50 (beg. in 1832)1In 1881, bij den 50en jaargang, beroemen de uitgevers Broese & Comp. er zich met recht op, dat hun Militaire Spectator gedurende de halve eeuw van zijn bestaan aan niet minder dan zes concurreerende tijdschriften eervol het hoofd geboden en die allen overleefd heeft., - De Nieuwe Spectator. Krijgs- en geschiedkundig Tijdschrift voor het Ned. Leger 7.75 (beg. in 1846), - Le Militaire 6.- (1844-55), - Nederl. Muzikaal Tijdschrift 1.50 (1839-58), - Cecilia. Muzikaal Tijdschrift 6.- (beg. in 1844), - De Volksvriend. Maandblad, uitgeg. door de Vereeniging tot afschaffing van sterken drank 1.20 (beg. in 1846), - Sissa. Maandschrift voor het Schaakspel 3.- (1847-74), - Wespen 3.- (1845-48), - Teekenkundig Magazijn 3.- (1846-51), - Modejournaal der nieuwste Borduur- en Tapisseriepatronen 2.50 (1843-51), - Album van Brei-, Haak- en Knooppatronen 2.50 (1846-51), - Aglaja. Maandboekje voor Dames-handwerken 3.- (1848-64)2Aglaja, Maandboekje voor Dames-handwerken, was een voordeelige onderneming. Zooals alle tijden hun geesten hebben, meer of minder van gewicht, zoo lag het vrouwelijk publiek van omstreeks 1850 onder den drang van allerlei modezucht. Haken, knoopen, breien, borduren van allerlei petits riens - Duitschland en Engeland hadden den toon gegeven - waren aan de orde van den dag. Al de daaromtrent in den vreemde verschijnende handboekjes en patronen werden dienstbaar gemaakt aan de maandelijksche afleveringen van Aglaja, die het tot een debiet bracht van 5500 exemplaren en een Fransche en Duitsche vertaling of navolging vond. Het tijdschriftje bestond van 1848-64; toen werd het samengesmolten met het grootere modejournaal De Gracieuse.(Deze uitgaaf kostte van 1848-57 ƒ 78.952,-). Bij fondsveiling bracht het kopijrecht met de overige exx. een som van ƒ 10.400,- op., - De Bon ton. Dames Modes 4.50 (1835-50), - De Elegant. Heeren Modes 4.50 (1841-44).
page: 195
Almanakken en Jaarboekjes.
Algemeene Letterkunde.Aurora 4.90 (1840-78)1Aurora. Het plan van dit jaarboekje ging, in navolging van dergelijke almanakken in Engeland en Duitschland verschijnende, uit van K. Fuhri te ''s Gravenhage; het verscheen voor het eerst in 1840, onder redactie van Mr. J. I. D. Nepveu, die in 1847 den dichter S. J. van den Bergh als mede-redacteur aannam. In 1849 ging de uitgaaf over aan A. C. Kruseman te Haarlem, onder dezelfde redactie tot 1854, toen Mr. Nepveu zich terugtrok en de leiding aan van den Bergh alleen overliet.De samenstelling van zulk een jaarboekje eischte een onafgebroken zorg: van den redacteur voor het bijeenbrengen, soms bijeendrijven, van goede bijdragen; van den uitgever voor het kiezen en doen bewerken van platen en band. Wat den eersten aangaat, spreekt het van zelf, dat het aantal aangeboden, maar onbruikbare bijdragen al grooter en grooter werd, en dat tegelijk de schrijvers van naam telken jaar al moeielijker te bewegen waren om een of ander stuk als bestelwerk en meestal kosteloos aan de redactie in bruikleen af te staan.Immerzeel beleefde met zijn Muzen-almanak een heel anderen tijd. Ieder dichter van naam gaf daarin het beste wat hij had, en dichters van nog niet veel naam hunkerden naar de onderscheiding om hun bijdrage opgenomen te zien. Dat was als het ware hun ridderslag. Die wedstrijd van eer hield in later dagen allengs op. De auteurs vielen òf voor een schier niet te ontkomen bedelpartij, òf lieten zich, waar zij gelijk in hadden, grof betalen. Zoo stond de redacteur voor heete vuren, indien hij zijn almanak boven het peil van het middelmatige houden wou.Wat de gravuren betreft, die voor de verantwoording van den uitgever kwamen, was vaak aan zorg en teleurstelling geen einde, daar, in tegenstelling met vroeger tijd, toen schilders en graveurs hun beroep als een kunstvak opnamen, de graveurs veelal dezen arbeid ten behoeve van vluchtige jaarboekjes meer plachten te doen als oppervlakkige bijzaak. - De brave S. J. van den Bergh, de ijverigste en nauwgezetste redacteur die er ooit geweest is, gaf aan zijn lievelingskind zijn tijd en zijn hart. - In 1865 ging Aurora in handen van den uitgever J. H. Laarman te Amsterdam over. (Deze uitgaaf kostte van 1850-65 ƒ 60.972.-)., - Noord-Brabantsche Volksalmanak 0.80 (1840-48), - Zaanlandsch Jaarboekje 0.75 (1841-56), - Momus en Satyr 0.80 (1842), - Miniatuur-Almanak voor
page: 196
Kinderen 0.50 (1842-58), - Vergeet mij niet 3.90 (1844-47), - De Vlinder 0.80 (1844-46), - Ned. Israëlitische Muzen-Almanak 1.50 (1844), - Zuid- en Noord-Hollandsche Volksalmanak 0.80 (1844-45), - Almanak voor Zeeuwsche Blijgeestigen 0.60 (1845), - Almanak voor Vaderl. Geschiedenis en Letterkunde 0.50 (1846), - De Bije-Koer. Frysk Jierboekje 0.30 (beg. in 1846), - Dames-Almanak 0.50 (1847-66), - Democriet. Anecdoten-Almanak 0.60 (1848), - Nehalennia. Jaarboekje voor Zeeuwsche Geschiedenis en Letteren, door H. M. C. v. Oosterzee, 1.90 (1849-50), - Dorcas 2.30 (1849-53), - Holland. Almanak, uitgeg. door Mr. J. van Lennep, 3.90 (1848-65)1Holland. Almanak uitgegeven door Mr. J. van Lennep.De uitgever P. Kraaij Jr. maakte in een circulaire, gedagteekend December 1847, den boekhandel bekend, dat hij met 1848 zou uitgeven een nieuwen almanak onder bovenstaanden titel. Dit jaarboekje was bestemd het midden te houden tusschen de pracht-almanakken en de provinciale almanakken, of liever zou beider bestanddeelen in zich vereenigen. Hij was daar te meer toe geleid, nu de pracht-almanakken, door de ineensmelting van den Muzen-Almanak met den Vergeet-mij-niet, met één verminderd waren, en nu tot nog toe, bij het bestaan van zooveel provinciale almanakken, de provinciën Noord- en Zuidholland den haren nog bleven missen. Alzoo zou Holland een letterkundig pracht-jaarboekje worden, maar te gelijk gewijd zijn aan provinciale geschiedenis en oudheidkunde. Dit karakter droeg dan ook reeds dadelijk de eerste jaargang. Mr. J. van Lennep zeide in zijn voorbericht: "Ik wil volstrekt niet beweeren, dat er behoefte bestond, ''t zij aan een Provincialen, ''t zij aan een nieuwen Pracht-almanak. Doch nadat het eens den Heer Kraaij goed gedacht had, een nieuw Jaarboekjen uit te geven en my de redactie daarvan op te dragen, achtte ik het wenschlijk, dat zoodanig jaarboekjen eenigzins van den gewonen sleur afweek, en niet slechts aan zijn bestemming als werkjen van smaak, maar ook als Provinciale Almanak zoo veel mogelijk voldeed. Of my zulks, in het eerstgenoemde opzicht, gelukt is, daarover mogen mijne lezeressen oordeelen: - en wat het tweede betreft, zoo vergenoeg ik my, met te vermelden, dat het werkjen is geschreven door Hollandsche schrijvers, en op Hollandsch (geen machinaal) papier is gedrukt: dat de behandelde onderwerpen, zoo in proza als in poëzy, alle betrekking hebben tot Holland en Hollanders: dat de teekeningen in Holland gemaakt, de plaatjens in Holland gesneden of gelitografieerd, de muzyk in Holland geschreven en de band in Holland vervaardigd is, alles door ingezetenen, die opcenten aan de Provincie betalen: - in één woord, dat ik in dezen zoo Provinciaal geweest ben, als de felste voorstander van tien gerechtshoven zou kunnen verlangen. - Men zal my, hoop ik, niet ten kwade duiden, dat ik my, zoo op de keerzijde van den kalender, als in de kronijk (die ik beide onmisbaar achtte) eenige onschuldige boert veroorloofd heb. De tijden zijn droevig, en de geest heeft wel eens wat opbeuring noodig. Vindt soms iemand mijn scherts mislukt of misplaatst, hy verschone my en bedenke, dat men niet geestig wezen kan wanneer men wil."Die ondeugendheden in kalender en kronijk, zoowel wat tekst als illustratie van kleine houtgravuren betreft, waren in de twee eerste jaargangen van groote aantrekkingskracht. - In 1851 verloor de Holland ten eenenmale zijn provinciaal karakter en werd een prachtjaarboekje aan de anderen gelijk. De luimige gedichten van den Schoolmeester, in 1851 begonnen met een Proeve eener Natuurlijke Historie voor de Jeugd, bleven elk jaar de aandacht trekken.Met 1867 nam de Holland den titel van Castalia aan. In het voorbericht van dezen jaargang schrijft Mr. J. van Lennep, dat hij de redactie aan andere handen (A. J. de Bull) overgegeven heeft, niet omdat er eenige mindere overeenstemming tusschen de vennooten (redactie en uitgever) bestaat, maar enkel, omdat de taak van bijdragen uit eigen fabriek en het heen en weêr schrijven over het werk van anderen, hem na de verloopen 18 jaren te lastig wordt. "Van ongenoegen tusschen mijn vriend P. Kraaij Jr., met wien ik de onderneming op touw had gezet, was geen sprake; integendeel heeft, sedert den dag, waarop wy onze kompagnieschap hebben aangegaan, niet alleen de beste verstandhouding tusschen ons geheerscht, maar is de heusche en voorkomende wijze, waarop hy mijn taak steeds verlicht heeft, de voornaamste reden geweest, dat ik aan die taak gedurende achttien jaren mijn zorg ben blijven wijden, en geene dan genoeglijke en dankbare herinneringen neem ik van onzen gemeenschappelijken arbeid mede. - Er is een tijd, dat men zich los moet maken van banden, die beginnen te knellen, en ''t is beter, dat de lieden vragen: "waarom nu reeds?" dan dat zy zeggen: "vroeger ware beter geweest."In 1875 werd de uitgaaf gestaakt. De tijd van jaarboekjes was voorbij: prachtwerken van allerlei aard vervingen de plaats der verouderde almanakken.Tusschen Holland en Aurora bestond jarenlang een vriendschappelijke maar scherpe naijver. Met angstige spanning werd elk najaar uitgezien, wie van beide de beste en bevalligste gravuren, den fraaisten band zou geven. De twee uitgevers deden van weerskanten al het mogelijke om elkaâr daarin de loef af te steken. Hun belang en hun eergevoel dreven hen tot hun uiterste best. Aan hun vriendschap heeft dit nooit eenig kwaad gedaan; en hun werk werd er te beter door., - Warnasarie. Letterkundig Jaarboekje, voor Ned. Indië (1849-57).
page: 197
Van gemengden inhoud en aard.Jaarboekje uitgeg. door de Vereeniging voor het Paardenras 1.25 (1845-56), - Jaarboekje der Boogschutterijen 0.70 (1848), - Mars. Jaarboekje voor het Ned. Leger 0.80 (1849-50), - Huishoudelijke Almanak 0.60 (1849-51), - Ned. Jaarboekje der Posterijen 1.25 (1849-57).
page: 198