|
|||||||||||||||||||||
|
1.4.1: 1460 - 1585 - InleidingDe uitvinding en ontwikkeling van de boekdrukkunst in de periode 1460-1585 had grote consequenties voor alle aspecten van de consumptie van het boek. Zowel het koop-, verzamel- als leesgedrag veranderde in deze periode grondig. De uitvinding van de boekdrukkunst vormde een antwoord op de steeds maar stijgende vraag naar teksten in de middeleeuwse samenleving. De productietijd voor het individuele exemplaar verminderde drastisch en van elke tekst kwamen tegelijkertijd driehonderd tot vijfhonderd exemplaren op de markt. De kostprijs werd mede door het gebruik van papier in plaats van perkament in vergelijking met de handschriftelijke periode revolutionair lager. Een boek was daarmee, zeker in de vijftiende eeuw, nog niet goedkoop. Het boek ontwikkelde zich in de periode 1460-1585 echter door de omschakeling naar kleine formaten en lettertypen van een luxeartikel voor een kleine elite van adel, patriciaat, humanisten en geestelijkheid tot iets wat ook voor mensen met een regelmatig inkomen uit arbeid, bereikbaar en vertrouwd werd. Daarvan profiteerde ook het onderwijs. Voor het eerst werd het mogelijk dat iedere leerling van de Latijnse school over een eigen boek beschikte. Al in de vijftiende eeuw behoorden Deventer drukkers als de De uitvinding van de boekdrukkunst maakte ook een verdere individualisering van het boekenbezit en boekengebruik mogelijk. Naast de adel en kloosters gingen ook de lagere geestelijkheid, academisch geschoolde ambtenaren en leden van andere beroepsgroepen min of meer omvangrijke privé-bibliotheken aanleggen, terwijl tegelijkertijd stadsbibliotheken boeken voor een nog grotere groep mensen bereikbaar maakten. Het grotere aanbod van teksten werkte ook een individualisering van het leesgedrag in de hand: naast hardop voorlezen en hardop zelf lezen, werd individueel stillezen een normalere vorm van omgang met het gedrukte boek. auteur: P. Franssen |
||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|