1.3.7: 1460 - 1585 - Handel met het buitenland


Het tijdvak van de boekdrukkunst begint met een kortstondige periode waarin, binnen de toenmalige Nederlanden, naast Deventer het gewest Holland met centra als Delft, Gouda en in mindere mate Haarlem de toon aangaf. Het is misschien niet toevallig dat dit ook de drie steden zijn die in grote hoeveelheid bier verscheepten naar de Zuidelijke Nederlanden: export van boeken naar het Zuiden kon, in ieder geval wat het transport betreft, 'meerijden' op deze sleutelindustrie. Zeker na het jaar 1500 domineerde Antwerpen: tegen de ruime beschikbaarheid van investeringskapitaal en de onovertroffen verbindingen van Antwerpen als handelsmetropool moesten de Noord-Nederlandse steden het afleggen. Overigens heeft met name Deventer, gespecialiseerd als het was in Latijnse werken voor geleerden en scholieren, in heel dit tijdvak een belangrijke internationale export gekend. In de loop van de zestiende eeuw ging Amsterdam, op boekengebied een laatbloeier, een steeds grotere rol spelen. Voor het grondig bestudeerde boekenbedrijf te 's-Hertogenbosch is daarentegen geconstateerd, dat het vooral drukwerk voor een regionale markt produceerde. De tegenstelling Nederlands-Latijn zorgde uiteraard op zich al voor het ontstaan van een zekere hiƫrarchie in de boekenmarkt: voor Nederlandstalig drukwerk is de actieradius nu eenmaal beperkt.

De activiteit van Nederlandse uitgevers-boekverkopers over de grens kan op verschillende manieren worden geconstateerd. Zo is voor de periode tot 1500 het aandeel van de Lage Landen in de boekenexport naar Engeland en Schotland - landen die zelf een zeer trage start van de boekdrukkunst beleefden - berekend op grond van provenancegegevens in exemplaren aanwezig in Britse bibliotheken. Overigens gaven Leuven en Antwerpen daarin de toon aan, niet de Noord-Nederlandse drukkerscentra. Een andere graadmeter voor de Noord-Nederlandse internationale boekhandel is de aanwezigheid van vakgenoten uit deze streken op de grote jaarmarkten. De belangrijkste was de Frankfurter Buchmesse. Reeds in 1496 sloot de Delftse uitgever Hendrik Eckert van Homberch hier een contract af voor de druk van zeshonderd missalen. Ook op de jaarmarkt van 1557 waren Noord-Nederlanders aanwezig, uit Amsterdam en Utrecht. Vanaf 1564 werden er jaarlijks catalogi van de op de Buchmesse verkrijgbare boeken gedrukt. In verband met het systeem van uitwisseling van contingenten boeken tussen uitgevers kunnen ook de aankopen van Noord-Nederlandse boekhandelaars bij buitenlandse uitgevers een indicatie zijn. De grootboeken van het Antwerpse huis Plantijn, die vanaf 1555 bewaard zijn, zijn hierop onderzocht. Ze laten zien dat de handelscontacten van Plantijn met de Noordelijke Nederlanden op een veel geringer niveau lagen dan die met het Zuiden, en dat ze zeer leden onder het uitbreken van de Opstand. In 1583 opende Plantijn desondanks een filiaal in Leiden.


auteur: K. Goudriaan
 
 


Handel met het buitenland