2.3.1: 1585 - 1725 - Inleiding


De boekdistributie kon zich in de zeventiende eeuw sterk ontwikkelen. Het assortiment voor de binnenlandse markt die tevens sterk internationaal georiƫnteerd was, werd alom omvangrijker en gevarieerder. Vele vakboeken, kaarten en prenten, lectuur en literatuur, gebruiksgoed als bijbels, schoolboeken, almanakken en kalenders, maar ook papierwaren en schrijfgoed, vonden hun weg naar de klant. De boekhandel kende hiervoor verschillende afzetkanalen. De boekverkopers verkochten in hun winkels de uitgaven uit het eigen fonds. Deze voorraad werd door ruilhandel en later ook door commissiehandel uitgebreid met uitgaven van anderen, waardoor een ruim assortiment werd verkregen. Hiertoe bestonden tal van (vaak ook familiale) netwerken tussen drukkers, boekverkopers en wederverkopers. Daarnaast zorgde het veilingwezen, vooral in Den Haag en Leiden, voor een massale verspreiding, voornamelijk voor de branche zelf (door middel van magazijnveilingen en fondsveilingen), maar ook voor particulieren (particuliere bibliotheken). Ook op andere wijze werd het publiek op boeken geattendeerd. Zo werden aan het slot van boeken vaak fondslijsten en assortimentslijsten opgenomen. Nieuwe uitgaven werden aangekondigd in advertenties in kranten. De grotere uitgeverijen publiceerden ook aparte magazijncatalogi en fondscatalogi. Verkoop bij voorintekening deed pas vanaf het derde kwart van de zeventiende eeuw zijn intrede. Ook bestond er een levendige ambulante handel; omlopers en marskramers ventten al rondtrekkend goedkope nadrukken, pamfletten, liedjes, almanakken, kranten en kluchtboekjes uit, vaak tot ongenoegen van de reguliere handel.

Voor de buitenlandse boekhandel kon de branche meeliften met de vele netwerken voor het internationale handels- en scheepvaartverkeer. De distributie naar het buitenland liep langs verschillende kanalen: via algemene handelsagenten, of specifieke boekenagenten in verschillende steden, of rechtstreeks via collega-boekverkopers. Sommige uitgevers beschikten over buitenlandse opslagplaatsen voor hun boeken, of vestigden zelf filialen in het buitenland. De boekmissen van Frankfurt en later in de zeventiende eeuw ook Leipzig vormden de belangrijkste Europese distributiekanalen voor de Nederlanders. Ook Lyon en Parijs kenden dergelijke jaarmarkten. Naast het persoonlijke handelscontact boden de gedrukte fonds- en voorraadcatalogi het beste zicht op het boekenaanbod. De op het buitenland gerichte boekhandel was vooral in het westen van de Republiek geconcentreerd.


auteur: Piet Visser
 
 


Inleiding