2.3.2: 1585 - 1725 - De boekwinkel, zijn inrichting en functie


In de Nederlandse steden van de zeventiende eeuw waren de boekwinkels een vast onderdeel van het straatbeeld. Met name in de nabijheid van overheidsgebouwen, beursgebouwen, kerken, universiteiten en academies hadden boekverkopers zich gevestigd, zoals valt af te lezen uit de adressen die in de zeventiende-eeuwse impressa werden gebruikt. Op een prent van de Amsterdamse Beurs (te dateren vóór 1660) zijn duidelijk verschillende boekwinkels herkenbaar voor het beursgebouw. Uithangborden en gevelstenen vestigden de aandacht op de winkels en wezen soms ook op de aard van het aangeboden assortiment: 'In de gekroonde kunst- en kaartwinkel', 'In de gereformeerde catechismus'.

Helaas beschikken we over weinig eigentijdse afbeeldingen van interieurs van boekwinkels. Voor de zeventiende eeuw zijn het bekendst twee tekeningen van Salomon de Bray van een boek- en een kunsthandel (te situeren vermoedelijk in Haarlem, circa 1628). Hierop is te zien hoe in de boekenkasten naast staande boeken pakken papier liggen. Ook op de incidentele afbeeldingen van boekwinkels in andere landen zijn stapels papier op de planken te zien. Hieruit kan worden opgemaakt dat de meeste boeken vermoedelijk ongebonden in de winkel lagen. De losse vellen waren al wel vergaard, maar nog niet tot katernen gevouwen. Door deze wijze van bewaren konden de boeken op elkaar worden gestapeld, alfabetisch of anderszins geordend. Tweedehands boeken die in de winkel te koop waren, en mogelijk ook een beperkt aantal exemplaren van het eigen fonds waren wel in gebonden vorm aanwezig. Plaatsing van de boeken in de winkel was vermoedelijk overeenkomstig de ordening van de winkelboeken: naar wetenschapsgebied en vervolgens alfabetisch op auteur of hoofdwoord. In een boekwinkel was veelal een binder aanwezig die aan zijn naaibank gezeten een ongebonden boek van een eenvoudige band voorzag, zoals te zien is op de prent 'De boeckbinder' van Jan Luyken. Naast de boekwinkel beschikten de grotere boekverkopers voor het bewaren van hun assortiment veelal over opslagruimte elders.

Behalve boeken werden in de boekwinkels ook andere zaken verkocht. Isaac Le Long geeft er in zijn Konst om geldt te winnen uit 1717 een opsomming van: allerhande soorten en formaten papier, pennen en inkt, lak en ouwels, vloeipapier en ivoorzand (voor het drogen van schrijfinkt), schrijfboeken en houten linialen, grootboeken en memorialen, zakboekjes, couranten en almanakken.

Boekwinkels waren van oudsher ook ontmoetingsplaatsen voor geleerden en geletterden. Het waren geschikte gelegenheden om informatie te verkrijgen en nieuws uit te wisselen. Uit reisverslagen blijkt dat reizigers in de Republiek de boekwinkels bezoeken om boeken te kopen, maar ook om zich op de hoogte te stellen van de plaatselijke geleerden en bibliotheken. Boekverkopers namen ook geregeld de zorg op zich om voor hun klanten brieven en pakjes te versturen.

Sommige boekhandels werden plaatsen van samenkomst voor aanhangers van een politieke of religieuze stroming. Zo was de winkel van de doopsgezinde boekverkoper Jan Rieuwertsz in Amsterdam (uitgever van onder meer Descartes en Spinoza) in de ogen van de kerkelijke overheid een ontmoetingsplaats van vrijdenkers die er 'vreemde discoursen' hielden. De uit Frankrijk gevluchte hugenoten ontmoetten elkaar in de 'librairies françaises' en de winkel van de Schot Thomas Johnson in Den Haag zou in het begin van de achttiende eeuw plaats van wekelijkse samenkomst zijn geweest van de met het deïsme sympathiserende vrienden van Anthony Collins tijdens diens verblijf in Holland.


auteur: O.S. Lankhorst
 
 


De boekwinkel, zijn inrichting en functie