1.4.7: 1460 - 1585 - Overlevingskansen van het boek


Er bestaan goede schattingen van de omvang van de Europese incunabelproductie en van de aantallen in de loop der eeuwen verloren gegane edities en exemplaren. Het aantal edities van vóór 1501 wordt geraamd op 28.000 à 29.000. Ten hoogste 5% hiervan geldt als verloren: er is geen enkel exemplaar bewaard gebleven en men kent evenmin een betrouwbare beschrijving. Wanneer we kijken naar het aantal bewaard gebleven exemplaren, zijn de cijfers minder gunstig. Van de 17 miljoen afgedrukte exemplaren zijn er thans 520.000 over; 97% is verloren gegaan.

Het verlies van de in België en Nederland gedrukte incunabelen is vergelijkbaar. Van de 900.000 exemplaren die van de persen kwamen (ruim 2200 edities zoals beschreven in Incunabula printed in the Low Countries (ILC) van Van Thienen en Goldfinch; veronderstelde gemiddelde oplage 400 exemplaren), bereikten 14.300 exemplaren onze tijd (minder dan 2%). ILC beschrijft uit de literatuur 48 edities waarvan geen exemplaar bekend is; een derde van alle edities wordt vertegenwoordigd door slechts één exemplaar. Een schatting van het aantal edities dat verloren is gegaan zonder een spoor na te laten, wordt niet gegeven.

We kunnen aannemen dat voor de zestiende eeuw het beeld hetzelfde is: een klein deel van de edities is niet meer te achterhalen, terwijl een groot deel van de exemplaren verloren is gegaan. Een indicatie verschaft de Typographia Batava, 1541-1600 (TB) van Valkema Blouw, die 7500 Noord-Nederlandse drukken vermeldt. Van 6% is geen exemplaar bekend (wel een vermelding in een betrouwbare bron), terwijl van 37% één exemplaar resteert.

Welke boeken uit deze periode gingen het eerst verloren? Afgezien van fysieke bedreigingen (branden, overstromingen) hingen de overlevingskansen vooral samen met de rol die gegeven genres in de cultureel-maatschappelijke context vervulden. Permanent bedreigde genres waren vooral schoolboeken en praktische werken zoals kookboeken, almanakken en medische, technische en commerciële handleidingen. Hetzelfde geldt voor werken in de volkstaal en boeken voor de privé-devotie. Boeken behorend tot deze categorieën sleten door het intensieve gebruik of verloren hun actualiteit en werden weggegooid. Vaak werden ze op andere plaatsen bewaard dan de beter overgeleverde boeken waarmee men een bibliotheek placht samen te stellen. In de Reformatietijd (vanaf ongeveer 1520) gingen door repressieve maatregelen (zoals boekverbrandingen) veel boeken van de vervolgde protestanten verloren, alsook werken gericht tegen de wereldlijke overheden. Bedreigd waren voorts goedkope boeken en publicaties in klein formaat, waarbij ordonnanties en plakkaten, maar ook boeken die tegelijk onder de bovengenoemde categorieën vallen en nu tot de moeilijkst te traceren publicaties behoren.

Het overgrote deel van de in deze periode gedrukte teksten is dus nu nog beschikbaar, maar vragen inzake de tekstoverlevering via verschillende edities kunnen dikwijls niet volledig beantwoord worden. Belemmeringen door het verloren gaan van edities of exemplaren doen zich echter vooral voor bij onderzoek op het terrein van de productie, de distributie of de consumptie van drukwerk uit deze periode.

Uiteraard hangt het behoud van boeken mede af van de bibliofiele trends en het institutionele aanschafbeleid in de loop der eeuwen.


auteur: W. Heijting
 
 


Overlevingskansen van het boek