3.4.7: 1725 - 1830 - Overlevingskansen van het boek


In 1724 verscheen de 39e verbeterde en vermeerderde druk van het Pansfluitje, een kennelijk zeer populair liedboekje.Van de voorafgaande 38 drukken zijn er wereldwijd slechts ongeveer vijf nog terug te vinden. Merkwaardig genoeg zijn die vijf edities met in totaal veertien exemplaren vertegenwoordigd en de 39e druk met maar liefst zes exemplaren. Hoe kunnen al die andere edities dan zo spoorloos verdwenen zijn? Zijn ze er wel ooit geweest? En hoeveel kwamen er na 1724 nog op de markt?

Een volledige inventaris van wat er in de periode 1725-1830 in Nederland is verschenen, ontbreekt. Een al dan niet goed functionerend wettelijk depot, zoals andere landen dat kenden, heeft Nederland nooit bezeten. Contemporaine bibliografieën zijn verre van volledig. Het beeld wordt verder bepaald door bronnen van wisselende bibliografische betrouwbaarheid en representativiteit, zoals fondscatalogi, magazijncatalogi en veilingcatalogi (overigens publicatievormen die zelf bijzonder slecht zijn bewaard gebleven), boedelinventarissen, boekenlijsten in boeken, krantenadvertenties, aanvragen voor privileges en toevallig overgebleven drukkers- en uitgeversadministraties. Daardoor is er met name geen goed overzicht van de efemere lectuur, die in deze bronnen zo goed als nooit aan bod komt, maar ook nauwelijks van de verschillende edities van bekende titels. Dat maakt het er niet makkelijker op vast te stellen wat en hoeveel er is bewaard gebleven. Een noodzakelijkerwijs zeer grove schatting van de overgeleverde boekproductie uit dit tijdvak komt uit op 175.000 à 200.000 verschillende edities.

Bovendien is er nog nauwelijks kwantitatief onderzoek verricht naar de huidige vindbaarheid van de boeken die wél in deze bronnen genoemd worden. Zo wordt in de inleiding van de Nederlandse bibliografie 1801-1832 weliswaar vermeld dat sommige titels uit de Naamlijst van Saakes niet in de Nederlandse Centrale Catalogus te vinden waren, maar zonder opgave van aantallen of percentages. De grote meerderheid van deze titels (de reguliere boeken uit de boekhandel) lijkt overigens wel in een of meer exemplaren de tand des tijds te hebben doorstaan. Een recente schatting van bewaard gebleven prekenuitgaven uit de jaren 1750-1800 kwam op 85%.

Algemeen wordt aangenomen dat van gebruiksboeken (schoolboeken, kerk- en gebedenboeken, lied- en muziekboeken, gelegenheidsgedichten, kinderboeken) veel verloren is gegaan. Een onderzoek naar katholieke kerkboeken uit de periode 1680-1840 postuleerde op beredeneerde gronden tegenover elke bewaard gebleven uitgave minstens drie drukken waarvan alle exemplaren verloren zijn! Duurdere, dikkere en mooier gebonden kerkboeken in romeinse letters hadden een aanzienlijk hogere overlevingskans dan hun goedkopere, dunnere, slechter gebonden tegenhangers in een gotische letter, zelfs als de oplage daarvan veel groter was. Dezelfde factoren zullen vaker een rol gespeeld hebben bij het al dan niet verdwijnen van andere soorten intensief gebruikte boeken.

Romantiek en nationalisme zorgden in de negentiende eeuw voor een opkomende belangstelling voor het eigen verleden. Daarmee dienden zich ook de eerste verzamelaars aan, die niet alleen de werken van belangrijke vaderlandse schrijvers en geleerden, maar ook heel wat volksromans en liedboeken voor verdere verdwijning hebben behoed.

Overlevingskans, ten slotte, staat niet gelijk aan vindbaarheid. Gelegenheidsgedichten en overheidspublicaties vindt men - nog niet altijd goed ontsloten - eerder terug in archieven dan in bibliotheken. Stichtelijke en esoterische lectuur, van oudsher zelden het verzamelgebied van wetenschappelijke bibliotheken, gaat nog vaak schuil in privé-collecties of kloosterbibliotheken.


auteur: Jan Bos
 
 


Overlevingskansen van het boek